In 2022 maakte 29 procent van de volwassenen zich veel zorgen over hun financiële toekomst. Dit is de eerste stijging sinds het begin van de meting in 2013, toen was het aandeel nog 32 procent. Dit daalde vervolgens tot 23 procent in 2021. Met name jongeren en alleenstaande ouders maken zich veel zorgen over hun toekomstige financiële situatie. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het onderzoek Sociale samenhang en welzijn van het CBS.Financiële zorgen nemen af met leeftijd
Van de 18- tot 25-jarigen maakte in 2022 36 procent zich veel zorgen over de toekomstige, financiële situatie. Onder elke volgende leeftijdsgroep neemt dit aandeel af, tot 23 procent onder 75-plussers; zij maakten zich het minst vaak zorgen over hun financiële toekomst.
Daarnaast is er gevraagd naar de tevredenheid met de huidige financiële situatie. Naarmate de ondervraagden ouder zijn is de tevredenheid over deze financiële situatie groter. Van de 18- tot 25-jarigen is 71 procent tevreden met de huidige financiën, van de 75-plussers is dat 86 procent. Mannen en vrouwen zijn gemiddeld even vaak tevreden over hun huidige financiële situatie, maar meer vrouwen dan mannen hebben veel zorgen over hun financiële toekomst.
Minder inkomen, meer zorgen
Naarmate het inkomen van mensen hoger is, zijn ze minder bezorgd over hun toekomstige financiële situatie. Van de volwassenen in de 1e kwartielgroep (de 25 procent laagste huishoudensinkomens gaf 40 procent in 2022 aan zich veel zorgen te maken over hun toekomstige financiële middelen. Dat is dubbel zoveel als onder degenen uit de 4e kwartielgroep (hoogste huishoudensinkomens). Voor alle inkomensgroepen gold dat meer mensen zich zorgen maakten dan in 2021, maar de toename is het sterkst bij de twee middelste inkomensgroepen.
Alleenstaande ouders meeste zorgen
Alleenstaande ouders maakten zich in 2022 vaker veel zorgen over hun toekomstige financiële situatie dan alleenstaanden zonder kinderen: ruim 40 procent tegen ruim 30 procent. Ook als rekening wordt gehouden met verschillen in leeftijd en inkomen tussen deze twee groepen, maken alleenstaande ouders zich nog steeds vaker zorgen dan alleenstaanden (zonder kinderen). Van de volwassenen die een huishouden vormen met een partner (zowel met als zonder kinderen), maakt 26 procent zich veel zorgen over hun toekomstige financiën. Als echter rekening wordt gehouden met verschillen in leeftijd en inkomen tussen deze twee groepen, maken volwassenen met een partner en met kinderen zich minder vaak zorgen dan de groep zonder kinderen.
Woningeigenaren minder bezorgd
Mensen met een eigen koopwoning zien hun financiële toekomst minder vaak somber in (24 procent) dan huurders. Van de huurders met huurtoeslag maakte 41 procent zich in 2022 veel zorgen over hun financiële toekomst. Voor huurders zonder huurtoeslag lag dat aandeel op 36 procent.
Bron: CBS