Het faillissement van een klant is lang niet altijd reden om je uitstaande facturen maar te verscheuren. Met een alerte curator valt er soms toch nog wat te halen.
Dikke kans dat je als ondernemer een keer meemaakt dat een klant of leverancier failliet gaat. De consensus over faillissementen is dat je gerust kunt fluiten naar je geld. Niet waar. Dat ligt grotendeels aan de oorzaak van het over de kop gaan. Als er zuivere redenen zijn, zoals de recessie of te veel concurrentie, heb je meestal wel het nakijken. De curator doet zijn werk, hij of zij krijgt betaald en als er geld over is gaat dat richting de belastingdienst of de bank. Daarna is de rivier over het algemeen opgedroogd. Maar heb je het vermoeden van mismanagement? Dan kan de bestuurder ook in privé aansprakelijk worden gesteld voor het tekort in de boedel en dat kan leiden tot nieuwe mogelijkheden.
Fraude written all over it
Het bewijzen van mismanagement begint met een onderbuik gevoel. Een gedupeerde vermoedt dat de zaak niet in de haak is en wil dat uitzoeken, maar dat kost geld. In november stond een leverancier van balkons voor dit dilemma, toen één van hun beste klanten ineens de stekker uit het bedrijf trok. Met een openstaande schuld van € 43.000,- voor geleverde balkons. De leverancier vertrouwde de zaak niet en bood zijn vordering aan bij een vorderingenloket. Die zagen kansen en vroegen de administratie van de gefailleerde op bij de curator. Want als curator heb je de machtsmiddelen om inzage te eisen, al zit niet elke curator daar strak bovenop.
Luis in de pels
Curators zijn advocaten die een extra opleiding hebben gevolgd om faillissementen af te mogen handelen. De rechter-commissaris stelt hen aan en voor het werk krijgen ze een vergoeding. Niet elke curator rent even hard voor dat geld, dus daar moet je wel eens achteraan zitten. Bijvoorbeeld door een dossiertje bij te houden van alle contactpogingen die je doet (10 november, curator x gebeld met verzoek administratie op te vragen. Geen reactie.) of zelfs de rechter-commissaris in te seinen als een curator passief blijft acteren. Het vorderingenloket is precies zo’n luis in de pels en bleef aandringen tot de complete boekhouding boven tafel was.
Spookgeld en nepfacturen
De schuldeiser en het vorderingenloket spitten de boeken door en vinden exact wat ze verwachtten. Verdwenen geld, facturen die niet kunnen bestaan in vergelijking met de voorraadadministratie en gesjoemel met aangiftes. Aanwijzingen voor mismanagement en dus aanknopingspunten om de bestuurder in privé aansprakelijk te laten stellen. Dat is een stap in de goede richting, met één belangrijke kanttekening: als je ooit in eenzelfde situatie komt, onderzoek dan of de bestuurder privé wel vermogen heeft. Van een kale kip kun je nou eenmaal niet plukken.
Nu nog geld voor de rechtszaak
Als een bestuurder niet koosjer lijkt en de curator wil hem of haar aansprakelijk stellen, moet een procedure gestart worden. En een rechtszaak kost geld, wat meestal niet in de boedel zit. Gelukkig is er precies voor deze gevallen een garantieregeling in het leven geroepen. Curatoren kunnen een verzoek indienen en op basis daarvan een Rijkstoelage ontvangen om een zaak te starten. Daar moet de curator een goed gefundeerde aanvraag voor indienen.
Bouw aan de relatie
In veel faillissementen hebben personeelsleden ook het nakijken en een deel van hen is waarschijnlijk op de hoogte van (signalen van) wanpraktijken. Door een goede relatie met één medewerker op te bouwen kun je al voldoende aanknopingspunten verzamelen om de curator te overtuigen, en vervolgens de rechtbank. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de medewerker die zijn salaris met horten en stoten vanuit verschillende bankrekeningen betaald heeft gekregen. Verwacht echter geen snel succes van uw inspanningen, de afwikkeling van een faillissement vergt een lange adem.
Rob de Haan is medeoprichter van Verkoopjevordering.nl. In zijn column beschrijft hij persoonlijke verhalen uit ons land tijdens de crisis. Waargebeurde ondernemersverhalen, waarin mensen en locaties onherkenbaar zijn gemaakt.