Op 19 november 2009 is de Tweede Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel Wet griffierechten burgerlijke zaken.
Met deze wet probeert de wetgever een meer eenvoudige vorm van het heffen van griffierechten te bewerkstelligen. De huidige regeling (opgenomen in de Wet tarieven in burgerlijke zaken) bevat een grote verscheidenheid aan tarieven en daar willen de minister van Justitie en de Tweede Kamer nu voor eens en altijd een eind aan te maken. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer en zal naar verwachting in de eerste helft van 2010 ingevoerd worden.
De gerechtsdeurwaarders in Nederland verbazen zich er in hoge mate over dat de Tweede Kamer zo makkelijk akkoord is gegaan met het wetsvoorstel. Nog groter is de verbazing dat tegengas vanuit organisaties als MKB-Nederland, Aedes, NVI, Zorgverzekeraars Nederland, Thuiswinkels, NVVK etc. niet of slechts in geringe mate aanwezig was. De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) voelde zich een roepende in de woestijn.
Wat gaat er namelijk gebeuren? Procederen bij de kantonrechter zal aanzienlijk duurder worden. De huidige regeling voor procederen bij de kantonrechter kent zes zaakscategorieën met corresponderende tarieven. Dit wordt teruggebracht naar twee categorieën namelijk vorderingen tot € 500,00 (en vorderingen van onbepaalde waarde) en vorderingen van € 501 tot € 5.000. Voor het in rekening te brengen griffierecht wordt onderscheid gemaakt tussen rechtspersonen, natuurlijke personen en on-en minvermogenden. In het kader van “de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen”, betalen de rechtspersonen het meeste griffierecht.
Bij vorderingen tot en met € 500,00 bedraagt het griffierecht straks € 105,00 voor rechtspersonen, tussen de € 501,00 en € 5.000,00 bedraagt het griffierecht € 280,00 voor rechtspersonen. De verhoging is gemiddeld tussen de 35 en 75%! Natuurlijke personen betalen respectievelijk € 70,00 en € 140,00. Een belangrijk argument daarbij is dat de toegang voor natuurlijke personen naar de rechter niet belemmerd mag worden door het griffierecht.
De gevolgen van de nieuwe wet zullen groot zijn. In de praktijk zijn het namelijk diezelfde natuurlijk personen die uiteindelijk een hoger bedrag aan proceskosten moeten betalen. De meeste zaken die bij de sector kanton van de rechtbank aanhangig worden gemaakt zijn incassoprocedures, waarbij de rechtspersonen/schuldeisers tegenover natuurlijke personen/schuldenaren staan. Uit de praktijk blijkt dat in dergelijke procedures meer dan 90% van de gedaagden niet verschijnt op de zitting en bij verstek wordt veroordeeld. De door de rechtspersoon betaalde griffierechten kunnen worden verhaald op de natuurlijke persoon. De beoogde vereenvoudiging van het stelsel wordt daarmee betaald door diezelfde natuurlijke persoon die het nieuwe stelsel in bescherming probeert te nemen. De rechtspersonen lopen echter wel een groter kostenrisico. Wat immers, wanneer de door de kantonrechter toegewezen vordering niet kan worden verhaald?
Aan het door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel valt niet veel meer te doen. De gerechtsdeurwaarders waarschuwen echter nu al voor de volgende verhoging die waarschijnlijk per 1 januari 2011 zal volgen. In het kader van voorgenomen verhoging van de competentiegrens van de kantonrechter naar € 25.000,00 zal het griffierecht van € 280,00 worden verhoogd naar € 402,00. Voor een procedure over een hoofdsom van bijvoorbeeld € 600,00, is dan € 402,00 griffierecht verschuldigd (t.o.v. € 158,00 nu). Schuldeisers, schuldenaren en schuldhulpverleners: pas op uw zaak!
Bron: KBVG