Rechters hebben besloten om de proceskosten bij een dwangakkoord in beginsel op nihil te stellen. Alleen als de schuldenaar daadwerkelijk kosten maakt, kan de tegenpartij een proceskostenveroordeling worden opgelegd. Maar is dit wel een goed signaal? Kan de schuldeiser nu ongestraft elk voorstel tot schuldregeling weigeren? En schuldhulpverlening maakt toch ook kosten?
Nihil
Wanneer één of meer schuldeisers niet instemmen met een schuldregeling kan de rechter worden gevraagd om de schuldregeling op te leggen. Voor een toewijzing van dit dwangakkoord is in de wet een proceskostenveroordeling opgenomen. In artikel 287a lid 6 Fw staat:
“Indien de rechtbank het verzoek toewijst, veroordeelt de rechtbank de schuldeiser die instemming met de schuldregeling heeft geweigerd, in de kosten.”
De werkgroep Recofa (Rechtercommissarissen bij faillissement) stelt nu de proceskosten bij een dwangakkoord in beginsel op nihil. Hierdoor is er meestal geen sprake van een proceskostenveroordeling bij een dwangakkoord.
Uitzondering: als de schuldenaar daadwerkelijk kosten maakt (of kosten zal maken) met betrekking tot het dwangakkoord, dan kan de tegenpartij een proceskostenveroordeling worden opgelegd. Hieronder volgen twee voorbeelden van situaties waarin de schuldenaar kosten maakt bij een dwangakkoord:
- de schuldenaar maakt kosten in het kader van kosten voor rechtsbijstand (de eigen bijdrage);
- de schuldenaar maakt kosten in situaties waarin het wettelijk is toegestaan dat kosten opgelegd worden aan de schuldenaar.
‘Gratis hulp’
De reden dat Recofa met deze instructie komt is dat schuldhulpverlening in het kader van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening in beginsel kosteloos wordt aangeboden. De schuldenaar is meestal geen vergoeding verschuldigd aan de schuldhulpverlener die het minnelijk traject begeleidt (zoals het college van burgemeester en wethouders, een gemeentelijke kredietbank of de krachtens de in artikel 48 lid 1 onder d Wck toegelaten personen). Als de schuldenaar aantoont dat hij/zij daadwerkelijk kosten maakt (of zal maken) met betrekking tot het dwangakkoord, dan kan de schuldenaar verzoeken de tegenpartij een proceskostenveroordeling op te leggen.
Weigeren loont
Deze nieuwe Recofa-richtlijn is wellicht juridisch correct maar qua uitkomst onbevredigend. Het aanvragen van een dwangakkoord kost organisaties voor schuldhulpverlening immers veel tijd en dus geld. Tijd die niet aan andere klanten kan worden besteed.
Bovendien is het van belang te realiseren dat het weigeren van een schuldregeling voor de schuldeiser vaak lonend is, bijvoorbeeld omdat een loonbeslag langer blijft doorlopen. Waarom zou een schuldeiser dan nog uit zichzelf instemmen?
Proceskosten voor straf
De Rechtbank Midden-Nederland heeft eerder schuldeisers een hoge proceskostenveroordeling opgelegd om tot uitdrukking te brengen dat het handelen van de schuldeiser onbehoorlijk is. Twee voorbeelden:
PB Tankcollect, die vorderingen vanwege tanken zonder te betalen int, was alleen bereid te onderhandelen wanneer een aanbod van 50% of hoger wordt gedaan, terwijl een dergelijk aanbod in het kader van het minnelijk traject zeldzaam is. Het staat PB Tankcollect weliswaar vrij om te weigeren, maar bij een weigering op deze gronden lijkt het reeds op voorhand niet mogelijk om met PB Tankcollect tijdens het minnelijk traject tot een schuldregeling te komen. PB Tankcollect heeft daarnaast geen verweerschrift ingediend en is evenmin ter zitting verschenen. De rechtbank acht het daarom wenselijk PB Tankcollect in de kosten van de procedure te veroordelen. De proceskosten bedragen € 633. >>>Uitspraak
De Nederlandse Spoorwegen wil voor boetes vanwege zwartrijden niet instemmen met een schuldregeling. Bij een recente boete kun je je daar ook wat bij voorstellen. Dit soort schulden zijn immers niet te goeder trouw gemaakt. Maar wanneer het langer geleden is gebeurd en de cliënt z’n leven weer op orde heeft, is zo’n blokkade onredelijk. Zo denkt ook de rechtbank Midden-Nederland die een verzoek om een dwangakkoord kreeg voorgelegd ivm een boete van € 80. De NS moet instemmen met de schuldregeling en ‘voor straf’ moet de NS vanwege de weigerachtige en onbegrijpelijke houding van de NS € 846 aan proceskosten betalen. >>>Uitspraak
Stimulans voor minnelijke regeling
De wetgever heeft de proceskostenveroordeling bewust in de wet opgenomen om de totstandkoming van het minnelijk traject te stimuleren. In de Memorie van toelichting staat:
“In het zesde lid wordt de kostenveroordeling opgenomen. Als een in de minnelijke fase voorbereide maar niet tot stand gekomen schuldregeling alsnog met behulp van de rechter wordt aangenomen of vastgesteld, worden de schuldeisers die de regeling in de minnelijke fase hebben afgewezen, veroordeeld in de kosten (zoals de griffierechten) van de aanvraagprocedure. De rechter heeft immers vastgesteld dat die weigering onterecht was. Deze kostenveroordeling moet een stimulans zijn om in het minnelijk traject tot een schuldregeling te komen.”
Wat blijft er dan nog van deze stimulans over?
Pilots
Bij verschillende rechtbanken (Midden-Nederland, Den Haag, Noord-Nederland, Noord-Holland en Zwolle) zijn pilots gestart waarbij schuldhulpverlening slechts een globaal verzoek voor een dwangakkoord hoeft in te dienen. Er wordt drie maanden later een zitting gepland met vaak het effect dat de schuldeiser alsnog instemt. Mocht dit zes weken voor de geplande zitting nog niet het geval zijn, dan moeten alsnog de benodigde stukken voor het verzoek worden ingediend en zal de rechter op het verzoek beslissen.
De eerste ervaringen zijn positief. Veel schuldeisers gaan toch alsnog akkoord en het scheelt schuldhulpverlening een hoop werk. Op zich een mooie ontwikkeling.
No cure no pay
De nieuwe werkwijze in deze pilots biedt echter geen oplossing voor de schuldeisers die hoe dan ook niet willen instemmen. Wanneer voor deze schuldeisers een dwangakkoord wordt aangevraagd zal aan de klant in de praktijk inderdaad meestal geen kosten in rekening worden gebracht. De wet staat hieraan overigens niet in de weg. Instanties genoemd in art. 48 wck, w.o. het college van B&W mogen wel kosten bij de klant in rekening brengen. Wellicht biedt dit de mogelijkheid om een no-cure-no-pay-afspraak met de klant te maken. De klant is € 1000 aan kosten verschuldigd bij toewijzing van het dwangakkoord, waarbij de hoogte van de kosten begrensd wordt tot de toegewezen proceskostenveroordeling. Of zal de rechtbank dit niet accepteren? Goed om dit uit te proberen.
Meer informatie
– Recofa: Proceskostenveroordeling in een dwangakkoord
– Toewijzing dwangakkoord? Toewijzing proceskosten!
– NS afgestraft vanwege weigering schuldregeling
– Achtergrondinfo schuldhulpverlening