De kwaliteit van de incassodienstverlening moet omhoog. Daar is de politiek het al een aantal jaar over eens en dit is ook opgenomen in het regeerakkoord.[1] In deze column wordt de verplichte Verklaring Omtrent het Gedrag van het Wetsvoorstel kwaliteit incassodienstverlening kritisch bekeken.

Uit onderzoek blijkt dat er drie concrete problemen zijn met de huidige incassodienstverlening. Er zijn incassobureaus die consumenten:

  1. confronteren met onterechte schulden;
  2. confronteren met onterechte kosten of niet inzichtelijke kosten;
  3. op ontoelaatbare wijze onder druk te zetten om hun vordering te voldoen. Zij dreigen met bevoegdheden die zij niet hebben, beweren stellig dat consumenten (proces)kosten moeten betalen en bejegenen consumenten agressief.[2]

Om deze problemen het hoofd te bieden, zag het wetsvoorstel kwaliteit incassodienstverlening (‘WKI’) het leven.[3] Dit is niet het eerste wetsvoorstel over dit onderwerp. In 2016 lanceerden de Christen Unie en de PvdA al de initiatiefwet Wet aanpak misstanden incassodienstverlening. Op deze plek hield ik deze initiatiefwet al eerder tegen het licht.[4] Deze initiatiefwet is een stille dood gestorven.

Maar terug naar het huidige wetsvoorstel. Eén van de doelen van het WKI is het verhogen van de kwaliteit van de incassodienstverlening. Dit wil men bereiken door, onder andere, het instellen van een incassoregister[5] en door het verplicht stellen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (‘VOG’) voor personeel dat incassowerkzaamheden verricht.[6]

Er valt genoeg over de WKI te zeggen, maar hier focus ik op de verplicht gestelde VOG. De VOG is een verklaring waaruit blijkt dat iemands strafrechtelijke verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving. Bij de beoordeling van een VOG-aanvraag kijkt men of de aanvrager strafbare feiten op naam heeft staan die een risico vormen voor de functie of het doel waarvoor de VOG is aangevraagd.[7]

Een VOG is dus geen standaard check die voor iedere functie hetzelfde is. Bij elke functie moet worden gekeken welke strafbare feiten relevant zijn voor die functie. Daarom kent de VOG algemene screeningsprofielen en een aantal specifieke screeningsprofielen voor bepaalde beroepen, zoals juridische dienstverlening (hieronder vallen deurwaarders en advocaten) en financiële dienstverlening.[8]

Het lijkt me dat de VOG voor incassomedewerkers moet worden afgegeven in het licht van de drie hiervoor opgesomde problemen. Incassowerkzaamheden zijn niet goed onder te brengen onder een van de standaardprofielen of een van de bestaande profielen voor bepaalde beroepen. Helaas zeggen de WKI en de toelichting hier niets over en ik vraag me af of dit punt wel is onderkend.

Overigens kan je je afvragen of een VOG voor incassopersoneel überhaupt wel een oplossing is voor de verbetering van de kwaliteit van de incassodienstverlening. Welke strafbare feiten zouden in de weg staan aan het correct verrichten van incassowerkzaamheden?

Een betere oplossing lijkt me om bestuurders, directeuren, managers en filiaalhouders van incassobureaus een VOG te laten overleggen. Hiervoor zou de VOG voor aansturen organisatie kunnen worden gebruikt. Het doel van deze specifieke VOG is om te voorkomen dat mensen hun macht over organisaties en daaraan verbonden personen misbruiken. Het gaat om het beteugelen van het gevaar dat deze mensen hun bevoegdheden gaan misbruiken, waardoor – in dit geval – debiteuren worden geconfronteerd met onterechte schulden, onterechte kosten of ontoelaatbare druk om een vordering te voldoen.

Omdat het nut van de VOG voor incassomedewerkers en de noodzaak en de praktische invulling niet blijken uit de WKI en de toelichting bekruipt mij het gevoel dat op dit punt sprake is van symboolwetgeving.

Citeertitel: J.M. Veldhuis, Wetsvoorstel kwaliteit incassodienstverlening: symboolwetgeving?, BER 2020, afl. 3, p. 22-23.

Bron: De Bloggende Advocaat

 


[1] Vertrouwen in de toekomst, Regeerakkoord 2017-2021, p. 27.

[2] MvT WKI, p. 4-5.

[3] www.internetconsultatie.nl/kwaliteitincassodienstverlening.

[4] J.M. Veldhuis, Wet aanpak misstanden incassodienstverlening schiet z’n doel voorbijBER 2016, afl. 4, p. 28-29.

[5] Advocaten en deurwaarders vallen niet onder deze registratieplicht.

[6] Deze verplichting geldt niet voor alleen personeel van incassobureaus, maar ook voor personeel van advocaten- en deurwaarderskantoren.

[7] www.justis.nl/producten/vog/wat-is-een-vog.aspx.

[8] Brochure Verklaring Omtrent het Gedrag: Screeningsprofielen VOG NP.