Nederlanders verrichten naast hun werk steeds vaker zorgtaken en daarnaast wordt van hen verwacht dat zij blijven leren. Aan de hand van nieuwe cijfers over tijdsbesteding gaat de SER in zijn advies Een werkende combinatie in op de vraag hoe we al dat ‘gecombineer’ organiseren en hoe we mensen kunnen toerusten.

Het combineren brengt zeker ook verrijking met zich mee en biedt mensen kansen, maar het gaat ook gepaard met spanningen. Veel werkenden, ook jongeren, voelen zich regelmatig opgejaagd. Een blik op de toekomst laat zien dat de trend van het combineren doorzet. Zo is er een groeiende behoefte aan mantelzorg, onder meer als gevolg van de vergrijzing.

Het advies laat met nieuw cijfermateriaal van het Sociaal en Cultureel Planbureau zien hoe mensen tijdens verschillende levensfasen hun tijd besteden en op welke wijze zij rollen en taken combineren. Ook gaat het in op de verschillen tussen sociale groepen en kijkt het naar het heden en de toekomst.

Combineren tijdens de levensloop

De nieuwe cijfers laten zien dat werkenden in verschillende levensfasen op verschillende manieren combineren. Ook zijn er verschillen tussen sociale groepen.
Ongeveer één op de acht werknemers in Nederland last heeft van burn-outklachten. Gejaagdheid is een fenomeen dat in allerlei levensfasen een rol speelt. De SER constateert dat de combinatie van betaalde arbeid en de meer intensieve mantelzorg in bepaalde situaties knelt. Het percentage werkenden dat mantelzorg verleent, is tussen 2004 en 2014 gestegen van 13 naar 19 procent.

SER-voorzitter Mariëtte Hamer: “We voeren steeds meer taken tegelijkertijd uit en in een sneller tempo. Naast arbeid en zorg is ook leren een vast element geworden. Die stapeling van taken maakt dat tijd een schaars goed wordt. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid, werkgevers en werknemers om hier oplossingen voor te bieden.”

De raad concludeert dat bestaande regelingen nog te sterk uitgaan van een standaard werknemer en te weinig oog hebben voor de diversiteit in de samenleving en de behoeften die zich tijdens de verschillende levensfasen voordoen. Veranderingen in cultuur en beleid zijn nodig, waarbij het van belang is dat het beleid rekening houdt met de diversiteit en de levensloop meer als ijkpunt neemt. Dit vergroot de mogelijkheden om werken, leren en zorgen duurzaam op elkaar af te stemmen en biedt ruimte voor variatie en differentiatie in arbeidstijdpatronen.

Oplossingsrichtingen

De SER spreekt zich in het advies uit voor een breed palet aan oplossingsrichtingen en aandachtspunten. Bij de oplossingsrichtingen doet de raad aanbevelingen waarop directe actie mogelijk en nodig is, zoals het slimmer organiseren van tijden, beter voorlichten over bestaande verlofregelingen en het creëren van sluitende dagarrangementen voor schoolgaande kinderen.

Daarnaast doet de SER aanbevelingen als het optimaliseren van verlof na geboorte, het verbeteren van de combinatie van betaalde arbeid en mantelzorg en het stimuleren van een leven lang leren.

De raad voegt hier nog een oplossingsrichting aan toe in de vorm van het uitbesteden van diensten, via het ontwikkelen van de markt voor persoonlijke dienstverlening. Dat is een relatief nieuwe oplossingsrichting, in de zin dat tot nu toe vooral werd gekeken naar oplossingen in de zin van tijd (zoals verlofmogelijkheden) en geld (bijvoorbeeld fiscale faciliteiten). De SER is voornemens op korte termijn een internationale conferentie te organiseren om de kansen in deze markt te verkennen en oplossingen verder uit te werken.

Samenhang

De SER-commissie Werken en leven in de toekomst onder voorzitterschap van Mariëtte Hamer heeft het advies voorbereid. Het rapport, dat in de raadvergadering is vastgesteld en op 31 oktober aan het kabinet wordt overhandigd, hangt nauw samen met het SER-advies Gelijk goed van start en het eerdere SER-advies over Tijden van de Samenleving.

Bron: SER