Nederland heeft in 2021 en 2022 een sterke economische groei doorgemaakt die de gemiddelde groei in de eurozone overtrof. Dat Nederland het relatief goed deed ten opzichte van andere landen komt voor een groot deel door een toename van de goederenuitvoer. Vooral de wederuitvoer groeide hard. Dit blijkt uit het CPB-onderzoek ‘Wederuitvoer motor achter stijging Nederlandse export’ dat op 29 augustus is gepubliceerd.
De Nederlandse economie herstelde na de krimp door de coronacrisis in 2020 sterker dan in andere omliggende landen, mede als gevolg van de sterke toename van de export. Vooral de uitvoer van machines, elektronica, en diverse gefabriceerde goederen (zoals kleding) nam toe. Ook de uitvoer van chemische producten en halffabricaten steeg. De uitvoerstijging is het gevolg van de industriële opleving in Europa in 2021 en de toegenomen (online) goederenconsumptie tijdens de pandemie.
Wederuitvoer drijvende kracht
Een opmerkelijke trend is de groei van wederuitvoer, die met respectievelijk 15% en 4% groeide in 2021 en 2022. Deze trend is zichtbaar in alle productgroepen en blijkt de motor achter de sterke uitvoergroei. In 2022 is de groei van de goederenuitvoer zelfs enkel te danken aan groei van de wederuitvoer. Onder wederuitvoer vallen geïmporteerde goederen die na hooguit een kleine bewerking weer worden uitgevoerd naar andere landen. Veel goederen worden niet door Nederland gemaakt, maar vinden door Nederland wel hun weg naar het Europese achterland. Hoewel wederuitvoer minder rendabel is dan uitvoer van eigen productie, heeft de goederenuitvoer toch 4%-punt bijgedragen aan de bbp-groei in Nederland in 2021.
Minder afhankelijk van Duitsland
De Nederlandse goederenuitvoer groeide aanzienlijk ondanks de economische stagnatie in Duitsland, traditioneel een belangrijke exportmarkt voor ons land. De economische groei bleef daar achter, onder andere omdat de productie van de auto-industrie terugliep. Toch bleef de Nederlandse export naar Duitsland sterk. Een verklaring hiervoor is dat de verbondenheid van de Duitse auto-industrie met Nederlandse bedrijfstakken beperkt blijkt. Over een langere periode (1980-2021) is Nederland minder afhankelijk geworden van Duitsland als afzetmarkt, omdat we meer zijn gaan handelen met andere Europese landen en Azië.
Nu de coronapandemie achter de rug is, stijgt de consumptie van diensten juist weer, en neemt die van goederen af. In de wereldhandel en de Nederlandse uitvoer is dit dan ook terug te zien. De goederenhandel daalde in de eerste twee kwartalen van dit jaar. Met name de wederuitvoer is hier gevoelig voor. Als de wereldhandel in de loop van dit jaar weer aantrekt, verwachten we hetzelfde voor de (weder)uitvoer.
Bron: CPB