Carola Schouten, de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, heeft vandaag de voortgangsrapportage ‘Aanpak geldzorgen, armoede en schulden’ naar de Tweede Kamer gestuurd. Zij beschrijft daarin de stand van zaken bij het bestrijden van armoede. Volgens de minister zijn er de afgelopen 2 jaar mooie resultaten behaald. Zo zijn er minder mensen met een inkomen onder de armoedegrens. Ook groeien er veel minder kinderen op in een gezin met een inkomen onder die grens. Tegelijkertijd moet er nog veel gebeuren om de doelstellingen te halen. Zeker als het gaat om problematische schulden. Zo zijn er grote zorgen over het aantal jongeren dat in de schulden komt.
Minister Schouten: “In Nederland moet je fatsoenlijk kunnen rondkomen. Dat betekent dat je nieuwe kleding kunt kopen als je kinderen dat nodig hebben. En dat je vaste grond onder de voeten hebt, zodat je plannen kan maken voor de toekomst. De afgelopen 2 jaar zijn de prijzen erg hard gestegen, wat zeker mensen met een laag inkomen raakt. Toch hebben we veel maatregelen kunnen nemen om te zorgen dat zij het beter kregen. Ik maak me nog wel grote zorgen over het aantal mensen met schulden. Zeker bij jongeren. Zij hebben hun hele toekomst nog voor zich en moeten daar onbezorgd aan kunnen beginnen. Een schuld is zo gemaakt, maar kan je lang achtervolgen.”
Armoedecijfers
Toen dit kabinet begon, had 6,1% van de mensen een inkomen onder de armoedegrens. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Plan Bureau (CPB). In 2024 daalt dit naar 4,7%. Het CPB heeft voor dit cijfer nog wel gerekend met de extra verhoging van het minimumloon. Deze is onlangs echter door de Eerste Kamer verworpen. Om de doelstelling van het kabinet te halen, moet het armoedecijfer dalen naar 3,15% in 2030.
In 2021 leefde 7,2% van de kinderen onder de armoedegrens. In 2024 is dit getal gedaald naar 4,9%. Volgens de doelstelling moet dit volgend jaar verder omlaag naar 4,6%. Steeds meer Nederlanders zeggen dat ze rond kunnen komen. Dat blijkt uit onderzoek van het Nibud. In 2022 gaf 13% aan moeilijk tot zeer moeilijk rond te komen. In 2024 is dat gedaald naar 9%.
De daling komt door structurele maatregelen van het kabinet. Zo is de afgelopen periode het wettelijk minimumloon verhoogd. De bijstand en de AOW zijn daaraan gekoppeld en gingen dus ook omhoog. Daarnaast verhoogde het kabinet het kindgebonden budget. En mensen krijgen sinds dit jaar meer huurtoeslag.
Voedselhulp en schoolmaaltijden
Het kabinet heeft veel maatregelen genomen om de koopkracht te verhogen. Toch heeft een grote groep Nederlanders nog steeds hulp nodig. Voor hun dagelijkse eten en andere boodschappen. Daarom gaf het kabinet het afgelopen jaar geld aan het Nederlandse Rode Kruis en de stichting Voedselvangnet. In dat netwerk werken voedselbanken samen. Ook heeft het Armoedefonds geld gekregen om menstruatieproducten uit te delen. Er zijn nu 2.000 plekken in Nederland waar producten kunnen worden verstrekt. Deze maand gaat het ministerie in gesprek met de betrokken organisaties om te kijken hoe we nog meer plekken kunnen realiseren.
Daarnaast zijn er de afgelopen jaren op een kwart van scholen in het primair en voortgezet onderwijs maaltijden uitgedeeld. Het gaat om scholen met veel leerlingen waarvan de ouders een laag inkomen hebben. Hiermee worden op dit moment ruim 300.000 leerlingen ondersteund met een dagelijkse schoolmaaltijd.
Omgang met geld door jongeren
Een groot punt van zorg is het aantal jongeren met schulden. In 2023 hebben minderjarigen 600.000 keer iets op afbetaling gekocht. Ook al is dit verboden. Dat het toch vaak gebeurt, blijkt uit cijfers van de Autoriteit Financiële Markten. Dit is zeer zorgelijk. Vooral omdat kinderen de gevolgen van dit soort schulden niet kunnen overzien. De aanbieders hebben toegezegd dat zij bij alle gebruikers gaan controleren of de opgegeven geboortedatum correct is.
Ook de Europese Unie wil strengere regels voor kopen op afbetaling. Aanbieders moeten controleren of hun klanten hun leningen wel kunnen betalen. Ze moeten zich ook houden aan de maximale kosten van krediet. En hun informatie en reclame moet voldoen aan regels. Het kabinet zet alles op alles om deze Europese regels snel om te zetten naar Nederlandse wetgeving.
Het kabinet heeft ook budget voor lessen over geld. Het afgelopen jaar hebben 27 mbo-opleidingen hier subsidie voor gekregen. In totaal gaat het om € 8,4 miljoen. 23 opleidingen geven ook financiële begeleiding aan studenten met geldzorgen. Op dit moment worden de aanvragen van middelbare scholen behandeld. Voor hen is € 18,7 miljoen beschikbaar. In 2025 kunnen basisscholen ook subsidie aanvragen voor lessen over geld.
Energiearmoede
De energiekosten zijn sinds 2021 fors gestegen. Het kabinet heeft daarom in 2022 en 2023 een energietoeslag ingesteld. Gemeenten hebben dat bedrag betaald aan inwoners die op of rond het bestaansminimum leven. Dit ging voor een groot deel automatisch. Veel mensen hoefden er dus geen aanvraag voor in te dienen.
Van 22 januari tot 20 maart 2024 was het Tijdelijk Noodfonds Energie voor de tweede keer geopend. In dat fonds zat € 84 miljoen. Dat bedrag kwam van de Rijksoverheid en een paar grote energiebedrijven. Het fonds heeft dit jaar 100.000 huishoudens geholpen bij het betalen van hun energierekening. Gemiddeld kreeg een huishouden een half jaar lang elke maand 100 euro korting op de energierekening.
Uit onderzoek van TNO blijkt dat de compensatie en koopkrachtmaatregelen ruim 400 duizend huishoudens hebben behoed voor energiearmoede. Zonder deze ondersteuning zou het aantal energiearme huishoudens verdubbeld zijn tot ruim één miljoen huishoudens in 2022.
Schulden
Het aantal mensen dat door schulden in de problemen komt, neem toe. De afgelopen jaren was dat een lichte stijging. Van 7,7% in 2021 naar 8,8% van de Nederlanders in 2023. Tegelijkertijd vragen minder mensen om schuldhulp. Het kabinet neemt een aantal maatregelen om dat te veranderen.
Het kabinet wil vooral mensen met beginnende schulden bereiken. Om te voorkomen dat zij echt in de problemen komen. Het kabinet wil dat doen op plekken waar mensen elkaar ontmoeten. Bijvoorbeeld bij huisartsen, op scholen en in kerken en moskeeën. Maar ook op de werkvloer, bij vrijwilligersorganisaties en bij het sociaal werk.
Er moet een basisniveau aan schuldhulpverlening komen. Op 21 maart hebben Divosa, de NVVK, de VNG en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid daar afspraken over gemaakt. Zodat de hulp toegankelijk wordt. Daarbij is het belangrijk dat die hulp in iedere gemeente uit minimaal dezelfde elementen bestaat.
Mensen moeten ook minder vaak een schuld bij de overheid hebben. Dat streven staat in de Rijksincassovisie. Daarom werkt het kabinet aan één betalingsregeling voor alle betalingen aan het Rijk. Daar doen al veel organisaties aan mee. Onder andere CAK, CJIB, DUO en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Op 1 juli 2024 sluiten ook UWV, RDI en RVO aan. Daarnaast komt er bij de invordering van achterstallige betalingen meer aandacht voor het voorkomen van problematische schulden.
Op 1 april van dit jaar trad de wet incassodienstverlening in werking. Die wet stelt voor het eerst kwaliteitseisen aan incassobureaus. Zo moeten zij zich registreren en komt er strenger toezicht. Ook komen er aanvullende regels om hoge incassokosten tegengaan. Deze wijziging gaat naar verwachting in op 1 oktober 2024. Momenteel wordt er gewerkt aan een herziening van de civiele invorderingsketen, om het onnodig oplopen van incassokosten tegen te gaan.
Bron: Rijksoverheid