Als gevolg van de tegenvallende economie zijn het begrotingstekort en de overheidsschuld het afgelopen half jaar verslechterd.
Op basis van actuele ramingen komt het tekort over 2013 naar verwachting uit op 3,3% van het bruto binnenlands product (bbp). De bijstelling van het tekort is toe te schrijven aan de belastinginkomsten, die over de hele linie lager uitvallen. Aan de uitgavenkant van de begroting worden tegenvallers opgevangen door meevallers en extra maatregelen (geen inflatiecorrectie voor ministeries), waardoor het uitgavenplafond niet wordt overschreden. Dat zijn de voornaamste conclusies uit de Voorjaarsnota 2013, met daarin een overzicht van de ontwikkeling van de inkomsten en uitgaven. De ministerraad heeft op voorstel van minister Dijsselbloem van Financiën ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer.
Bij de start van het kabinet werd voor 2013 gerekend op een tekort van 2,6% bbp. Dat is nu bijgesteld tot 3,3% bbp (€20 miljard). De verslechtering van 0,7%-punt, die het gevolg is van lagere inkomsten uit belastingen en premies, komt voor minister Dijsselbloem niet als een verrassing. ‘Dit is in lijn met de jongste raming van het Centraal Planbureau. Het economische beeld is het afgelopen half jaar verslechterd en dat vertaalt zich direct naar lagere inkomsten. Het uitgavenplafond wordt – ondanks enkele tegenvallers – niet overschreden. En hoewel het uiteindelijke doel van begrotingsevenwicht nog ver weg is, is een tekort van 3,3% bbp nog steeds een forse verbetering ten opzichte van de tekortcijfers uit de afgelopen jaren.’ Begin maart kondigde het kabinet al aan dat er dit jaar geen aanvullende bezuinigingen volgen om het tekort alsnog onder de Europese norm van 3% bbpte brengen. Inmiddels heeft de Europese Commissie aangegeven dat Nederland een jaar uitstel krijgt.
Inkomsten
In 2013 komen de belasting- en premieontvangsten naar verwachting €8,3 miljard lager uit dan bij de start van het kabinet werd verwacht. De tegenvallende inkomsten betreffen vrijwel alle belasting- en premiesoorten, maar vooral de winstbelasting (-€2,0 miljard), btw (-€2,1 miljard) en de loon- en inkomensheffing (-€2,4 miljard). Daarnaast leidt de stokkende autoverkoop en de verdere vergroening van het wagenpark tot een tegenvaller bij de belasting op personenauto’s en motorrijwielen (-€0,5 miljard) en ook de ontvangsten uit accijnzen zijn neerwaarts bijgesteld (-€0,6 miljard).
Uitgaven
Het kabinet houdt zich aan het vastgestelde uitgavenplafond. Aan de uitgavenkant van de begroting zijn de tegenvallers hoger dan de meevallers. De voornaamste tegenvallers zijn hogere uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen (€0,5 miljard) en de extra bijdrage aan de EU-begroting (maximaal €0,5 miljard). Meevallers doen zich voor bij de kinderopvangtoeslag (€0,2 miljard) en in de zorg, vooral door lagere uitgaven aan geneesmiddelen (€0,4 miljard). Ook is er sprake van een restitutie van het Havenbedrijf Rotterdam (€0,3 miljard). Om ervoor te zorgen dat het uitgavenplafond (totaalkader) niet wordt overschreden is besloten dat ministeries in 2013 geen compensatie krijgen voor prijsstijgingen als gevolg van inflatie (inhouden prijsbijstelling: €0,7 miljard).
Overheidsschuld
De overheidsschuld (EMU-schuld) bedraagt eind 2013 naar verwachting 73,6% bbp. Dat is ruim 3%-punt hoger dan de schuldprognose uit de Startnota. Deze verslechtering is vooral toe te schrijven aan de tegenvallende economische ontwikkeling (door een lager bbp neemt de schuld als percentage van het bbp toe; dit is het ‘noemereffect’). Ook het bijgestelde begrotingstekort en de nationalisatie van SNS Reaal hebben een verhogend effect op de schuld.
Tussenrapportage
De Voorjaarsnota is de eerste tussenrapportage over het begrotingsjaar 2013. Nieuwe updates volgen in september (Miljoenennota 2014) en november (Najaarsnota 2013).
Bron: Rijksoverheid