Het dieptepunt van de teruggang in de ingenieursbranche lijkt in zicht. Uit het meest recente conjunctuuronderzoek van branchevereniging NLingenieurs onder haar leden blijkt dat de daling in omzetten afneemt.
Minder ingenieursbureaus melden een omzetdaling over het afgelopen kwartaal dan over het vorige kwartaal. Een kwart van de bureaus heeft zelfs een hogere omzet gedraaid dan een kwartaal eerder. Daarmee is nog niet te spreken van een echte verbetering, maar wel van een afremming van de verslechtering. De hoop is dat in het komende jaar de omzetten langzaamaan weer zullen toenemen. Het niveau van vóór de crisis is echter nog lang niet in zicht.
Kleine bedrijven kwetsbaar
Gekeken naar de verschillende sectoren binnen de ingenieursbranche, blijkt de utiliteitsbouw er het slechtste voor te staan. Gemiddeld verwacht driekwart van de bureaus die in de utiliteitsbouw actief zijn een daling van de omzet in deze sector. Eén op de vijf ondernemers verwacht zelfs een omzetdaling van meer dan 10%. Dit is vooral slechts nieuws voor kleinere ingenieursbureaus (minder dan 25 fte), want zij zijn bijna allemaal (meer dan 90%) werkzaam in de utiliteitsbouw. Dat is dan ook te zien in hun totale omzetontwikkeling: in verhouding vindt de grootste omzetdaling plaats in de groep van kleinste bureaus.
In de nabije toekomst lijkt de positie van kleine bureaus niet te verbeteren, want ook hun huidige werkvoorraad is klein. Het kleinbedrijf heeft een gemiddelde orderomvang van 3,2 maanden, tegen een algemeen gemiddelde van leden van NLingenieurs van 5,1 maanden. Overigens doet ook het grootbedrijf (bedrijven met meer dan 250 medewerkers) het in dit opzicht minder dan het algemene gemiddelde, met 4,4 maanden werkvoorraad.
De orderpositie van de bedrijven is nog een stuk lager dan een jaar geleden, maar het is wel een verbetering ten opzichte van het vorige kwartaal.
Bron: APS