Op donderdag 24 mei 2018 publiceren het CBS en De Nederlandsche Bank (DNB) voor het eerst gezamenlijk cijfers over de relatie van Nederland met het buitenland. Hiermee gaat een wens van veel gebruikers – zoals het Europese statistiekbureau Eurostat en de Europese Centrale Bank – in vervulling. Deze unieke samenwerking tussen het CBS en DNB is een voorbeeld voor andere Europese landen.
Nederland en het buitenland
Zowel het CBS als DNB maken van oudsher cijfers over de relatie van Nederland met het buitenland. Het CBS doet dit met de buitenlandrekening, een onderdeel van de Nationale Rekeningen. DNB publiceert de betalingsbalans en de externe vermogenspositie. Beleidsmakers bij ministeries en centrale banken en onderzoekers bij universiteiten gebruiken onder meer de informatie over de in- en uitvoer van goederen en diensten, financiële transacties en de investeringspositie van Nederland in het buitenland. ‘Tussen de cijfers van het CBS en DNB zaten echter verschillen’, zegt CBS-directeur Nationale Rekeningen Gerard Eding. ‘Daar wilden we vanaf.’
Intensieve samenwerking
Om de verschillen in de cijfers aan te pakken, gingen het CBS en DNB in 2015 een ambitieuze en intensieve samenwerking aan. Ze spraken af de revisie van de Nationale Rekeningen aan te grijpen om de cijfers te stroomlijnen. Het CBS voert deze revisie, die vandaag wordt gepubliceerd, elke vijf jaar uit. Eding: ‘Om consistente cijfers te maken was het nodig om dezelfde methodes te kiezen, dezelfde bronnen te gebruiken en informatie op dezelfde manieren te verwerken. Dat is gelukt. We hebben als CBS en DNB onze kennis en kunde gecombineerd en werken nu als één organisatie.’ Die samenwerking is uniek in Europa en beide partijen verdienen daarvoor veel lof.
Consistente en kwalitatief betere cijfers
‘Het beschrijven van de relatie met het buitenland is in Nederland geen sinecure, omdat onze economie extreem open is’, zegt Pim Claassen, hoofd betalingsbalans- en effectenstatistieken bij DNB. De totalen aan buitenlandse vorderingen van 7,7 biljoen euro en buitenlandse verplichtingen van 7,4 biljoen euro illustreren dat. ‘Als statistiekmakers dan niet dezelfde bronnen en methoden hanteren, ontstaan al snel verschillen van tientallen zo niet honderden miljarden euro’s. Wij kregen daar van gebruikers terecht veel vragen over.’ Door de cijfers voor het buitenland gezamenlijk te bepalen, kunnen DNB en CBS profiteren van elkaars specifieke kennis. Zo heeft DNB veel expertise over de financiële sectoren en het CBS over huishoudens en bedrijven. Eding: ‘Het bundelen van die kennis levert niet alleen consistente cijfers, maar ook kwalitatief betere cijfers op.’
Voorbeeld voor Europa
‘Als je het goed wilt doen, kun je het niet meer alleen’, zegt Claassen. ‘Zeker nu de globalisering voortschrijdt en de rol van zeer grote bedrijven in de economie toeneemt, is het belangrijk dat organisaties als DNB en het CBS hun keuzes op elkaar afstemmen. Wij hebben het lef gehad dat te doen.’ Voor de verregaande samenwerking moeten zowel het CBS als DNB hun autonomie opgeven. ‘Maar de maatschappij heeft daar baat bij. Wat wij doen is ook een grote wens van Eurostat en de Europese Centrale Bank. We vormen in die zin een voorbeeld voor andere Europese landen.’
Mijlpaal
De consistente cijfers over de relatie van Nederland met het buitenland vormen een belangrijke en zichtbare mijlpaal in de samenwerking tussen het CBS en DNB. Daarnaast worden de rapportages voor bedrijven van beide organisaties beter op elkaar afgestemd. Ook herverdelen het CBS en DNB de taken in de komende jaren verder. Eding: ‘Vandaag is een historische stap gezet in onze samenwerking, maar daarmee kunnen we niet achterover leunen. We werken verder aan nóg meer gezamenlijke projecten en we hopen in 2018 en 2019 nog meer uit onze samenwerking te halen. Voor onze gebruikers, maar ook voor onszelf.’
Bron: DNB