Het financieel vermogen van huishoudens is in 2009 met 136 miljard euro toegenomen. Dit is de grootste toename die ooit in één jaar is geregistreerd. Hiermee is 57 procent van het in 2008 als gevolg van de kredietcrisis verdampte vermogen terugverdiend.
De belangrijkste reden van de toename is het herstel van de aandelenkoersen. Koerswinsten op beleggingen zorgden voor een vermogensstijging van 123 miljard euro. Het grootste deel hiervan (91 miljard) betrof het vermogen dat huishoudens in beheer hebben bij pensioenfondsen. Maar ook de eigen aandelen van huishoudens stegen met 26 miljard euro flink in waarde.
Het financieel vermogen van huishoudens, dat het saldo vormt van financiële bezittingen en schulden, steeg in 2009 ook sterk doordat er weinig nieuwe schulden werden gemaakt. Vanwege de slechte huizenmarkt gingen huishoudens per saldo voor slechts 19 miljard euro hypothecaire leningen aan. Dit is het laagste bedrag sinds 1995. De totale hypothecaire schuld die huishoudens eind 2009 hadden uitstaan, bedroeg 637 miljard euro. Het financiële vermogen per huishouden kwam eind 2009 uit op 118 duizend euro.
Huishoudens hadden in 2009 gecorrigeerd voor inflatie 0,2 procent minder te besteden dan een jaar eerder. De sterk teruggelopen dividendontvangsten (5 miljard euro) en de dalende inkomsten van zelfstandigen (3 miljard euro) hadden een fors negatief effect op het beschikbaar inkomen. Onder de zelfstandigen zagen met name boeren en groothandelaren zich met sterk teruglopende inkomsten geconfronteerd. Tegenover de teruggelopen inkomsten van huishoudens staan een stijging van de ontvangen sociale uitkeringen (5 miljard euro) en een toegenomen beloning van werknemers (3,3 miljard euro). Per saldo kwam de ontwikkeling van het beschikbaar inkomen van huishoudens net onder de nul uit.
De winstgevendheid van niet-financiële bedrijven is in 2009 fors onderuitgegaan.
De nettowinst daalde met 24 procent naar 78 miljard euro en is daarmee op het laagste punt sinds 2003 beland. Wel lijkt het dieptepunt al in het tweede kwartaal van 2009 te zijn bereikt, toen de winsten 13 miljard euro lager waren dan in het overeenkomstige kwartaal van 2008. In het vierde kwartaal werd voor het eerst weer een iets hogere winst behaald dan een jaar eerder. In tegenstelling tot de niet-financiële bedrijven, nam de nettowinst bij financiële instellingen in 2009 toe. Door betere prestaties van buitenlandse dochters en kostenreducties steeg de winst met 6,4 procent tot 14 miljard euro.
De investeringen van niet-financiële bedrijven namen in 2009 met bijna 20 procent af. Vanwege de slechte economische vooruitzichten stelden bedrijven hun investeringen uit. Ook was het voor bedrijven wellicht moeilijker om vreemd vermogen aan te trekken.
De niet-financiële bedrijven losten in 2009 voor 1,6 miljard euro meer af aan leningen dan ze opnamen. Sinds het CBS deze gegevens bijhoudt (1990) is het niet eerder voorgekomen dat in een jaar per saldo werd afgelost.
Bron: CBS