Nederland verdiende in 2019 4,6 miljard euro aan de export van goederen van eigen makelij naar China. Dat was 53 procent meer dan de 3,0 miljard euro in 2015. Vooral de verdiensten aan de export van machines en voeding zijn gestegen. In de eerste drie kwartalen van 2020 was de exportwaarde van goederen naar China hoger dan in dezelfde periode van 2019. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Aan de export van machines en onderdelen naar China verdienden Nederlandse bedrijven ruim 1,3 miljard euro in 2019, bijna een verdubbeling ten opzichte van 2015. Hier gaat het bijvoorbeeld om gespecialiseerde machines zoals chipmachines, machines voor de voedingsmiddelenindustrie en landbouwmachines.
Meer babymelkpoeder en vlees
De exportverdiensten aan bereidingen van voedsel (onder andere babymelkpoeder) waren 728 miljoen euro (meer dan verdubbeld sinds 2015), en aan vlees 469 miljoen euro (verdrievoudigd sinds 2015). Voor babymelkpoeder is China een belangrijke bestemming, met een aandeel van 22 procent van de toegevoegde waarde van de export van dat product. Vlees stond op plaats drie in de top tien van exportproducten met de hoogste toegevoegde waarde en klom daarmee ten opzichte van 2015 twee plekken. 

Andere lucratieve exportproducten zijn hoogwaardige kunststoffen (198 miljoen euro), farmaceutische producten (151 miljoen euro), en metaal en metaalproducten (129 miljoen euro). Ten slotte verdiende Nederland ook veel aan de export van wetenschappelijke instrumenten en metaalafval naar China. In 2015 stond metaalafval overigens nog op een derde plek met een toegevoegde waarde van 217 miljoen euro, maar dat was in 2019 sterk afgenomen tot 114 miljoen euro. Deze daling is gerelateerd aan restricties die China heeft opgelegd aan de import van metaalafval.

 

Exportverdiensten per euro Nederlands product naar China gedaald

Gemiddeld verdiende Nederland in 2019 57 eurocent aan elke euro aan producten van Nederlandse makelij die werden geëxporteerd naar China. Dat is meer dan gemiddeld op de totale export van Nederlandse makelij (54 eurocent), maar wel minder dan in 2015 (60 eurocent). Dat betekent dat er per euro export naar China 3 cent meer import van goederen of diensten nodig is dan in 2015.

 

Aan een euro export van fabricaten (zoals metaal en metaalproducten, metaalafval en kunststofproducten) hield Nederland door de export naar China het meest over, gemiddeld 69 eurocent in 2019. In 2015 was nog dat nog 76 eurocent. Deze daling kan volledig worden verklaard door de forse daling van export van metaalafval, waarvoor de toegevoegde waarde per euro export onveranderd 90 eurocent bedroeg.
Natuurproducten en grondstoffen komen uit op 61 cent. Per euro export van voeding en dranken werd 58 eurocent verdiend, ook dat is bovengemiddeld. Minder dan gemiddeld werd er verdiend aan machines en apparaten (56 eurocent), chemische producten (55 eurocent), vervoersmaterieel (44 eurocent) en minerale brandstoffen (20 eurocent).

 

De verdiensten per euro aan de export van natuurproducten, grondstoffen en vervoersmaterieel waren 7 cent lager in 2019 dan in 2015. Voor natuurproducten en grondstoffen kwam dit door de enorme toename van de exportverdiensten van papier en karton naar China (8 miljoen euro in 2015, 89 miljoen in 2019). Aan deze export werd 55 cent per euro verdiend. Voor vervoersmaterieel is de daling te wijten aan de toename van export van auto’s, eveneens met een lage toegevoegde waarde per euro.

Bron: CBS