Huiseigenaren met een bescheiden aflossingsvrije hypotheek, die vaak maar half zo hoog is als de waarde van hun woning, betalen volgens Vereniging Eigen Huis ten onrechte een risico-opslag bovenop hun hypotheekrente.
Deze opslag kan oplopen tot 0,3%. Iemand met een hypotheek van 200.000 euro en een woning die 400.000 euro of meer waard is, betaalt hierdoor elke maand, jaar in jaar uit, 50 euro extra rente aan zijn bank. De vereniging roept de banken op om deze opslag te schrappen.
Extra rente niet terecht bij laag risico
Steeds vaker berekenen geldverstrekkers een renteopslag bij een aflossingsvrije hypotheek, ook als die veel kleiner is dan de waarde van de woning. Vereniging Eigen Huis wordt hierover veel gebeld door verontwaardigde leden. “Hun boosheid is begrijpelijk, want voor een opslag ontbreekt iedere grond als er sprake is van een flinke overwaarde. Er is dan namelijk geen extra risico voor de bank, omdat de woning bij verkoop veel meer oplevert dan nodig is om de hypotheek af te lossen”, zegt Rob Mulder, directeur belangenbehartiging van Vereniging Eigen Huis.
Vooral hoger rendement
Banken en andere geldverstrekkers berekenen de renteopslag omdat dat er volgens hen bij alle aflossingsvrije hypotheken een extra hypotheekrisico zou bestaan, in tegenstelling tot een annuïteiten hypotheek waarop maandelijks wordt afgelost. Maar van een extra risico kan geen sprake zijn als de hypotheekschuld nog maar de helft of minder is van de actuele woningwaarde.
Volgens het CBS hebben huiseigenaren van 60 jaar en ouder een gemiddelde woningwaarde van 300.000 euro en een hypotheek van 137.000 euro. Bij verkoop levert het huis dus ruim het dubbele op van de uitstaande hypotheekschuld. De vereniging vermoedt dan ook dat banken de renteopslag niet zozeer nodig hebben om een hypotheekrisico mee af te dekken, maar vooral gebruiken om het rendement op hypotheken mee te verhogen.
Alsnog aflossen soms onverstandig
Vereniging Eigen Huis ziet dat banken de renteopslag ook gebruiken om klanten te stimuleren om alsnog te gaan aflossen, door hun aflossingsvrije hypotheek om te zetten naar een annuïteitenhypotheek. Vooral voor oudere huiseigenaren met een relatief lage hypotheek, die de helft of minder bedraagt van de woningwaarde, is dit meestal niet zinvol of zelfs af te raden. Het gevolg is dat vooral de maandelijkse hypotheeklasten fors gaan stijgen, terwijl er meestal al meer dan voldoende overwaarde is. Bovendien kan het geld dat in de aflossing van de hypotheek wordt gestopt kan niet meer worden opgenomen, bijvoorbeeld voor een noodzakelijke verbouwing om langer in het eigen huis te kunnen blijven wonen.
Bron: VEH