Multinationals, de overheid en banken laten kansen liggen om de economie te stimuleren. Ruim acht van de tien Nederlandse bedrijven (81%) hebben te maken met multinationals of grote klanten die hun betalingstermijnen eenzijdig oprekken. Ook ervaren ondernemers nog altijd relatief veel moeite om geld te lenen bij de bank en laat het betaalgedrag van de overheid nog weinig verbetering zien.
Dat stelt het Verbond van Credit Management Bedrijven (VCMB) op basis van de Creditmanagement Trendmeter. Dit onafhankelijke onderzoek wordt sinds 2005 jaarlijks uitgevoerd onder bijna 200 credit managers van Nederlandse bedrijven.
Door rekeningen later te betalen houden overheid en multinationals langer kapitaal bij zich. Hiermee hebben ze extra rente-inkomsten. Deze inkomsten staan echter in geen verhouding met de negatieve effecten van late betalingen op de economie, en dan het bijzonder het MKB.
Multinationals misbruiken leverancierskrediet
Bijna alle bedrijven (95%) vinden dat multinationals die hun betalingstermijn eenzijdig oprekken misbruik maken van hun positie. Negen op de tien organisaties (85%) vinden dat grote klanten die laat betalen de leveranciersketen op een onverantwoorde manier verzwakken.
Toch gaat een groot deel (40%) er in de praktijk mee akkoord als grote klanten niet binnen dertig dagen betalen. Ook zegt 15% dat leveranciers de lange betalingstermijnen maar beter kunnen accepteren.
Europese wetgeving functioneert niet
“De resultaten van ons onderzoek tonen aan dat Europese regelgeving om betalingstermijnen aan banden te leggen, niet functioneert,” zegt Mannes Westhuis, voorzitter van het VCMB. Bijna zes op de tien bedrijven (59%) onderschrijven de stelling van Westhuis dat de zogenoemde ‘late payments directive’ in de praktijk niet werkt.
Deze wet schrijft voor dat alleen met wederzijdse overeenstemming betalingstermijnen tot zestig dagen kunnen worden afgesproken. “Door de dominante marktpositie van grote organisaties en de nog altijd zwakke economische positie van veel van hun vaak kleinere leveranciers, zien veel bedrijven zich genoodzaakt de eenzijdige aanpassing te accepteren. Je kunt als leverancier wel op je strepen staan, maar dan is er een kans dat je de opdrachtgever verliest. Voor veel ondernemers is dat risico, zeker in deze tijd, te groot.”
Westhuis adviseert hen desondanks om niet zonder meer langere betalingstermijnen te accepteren. “Ga in gesprek met je klant en bespreek alternatieven, bijvoorbeeld door een deel vooruit te factureren. Of mobiliseer andere leveranciers van je klant en maak samen een vuist.”
Overheid en banken vertragen betalingsverkeer
Niet alleen multinationals frustreren het betalingsverkeer. Ook banken en de overheid spelen een grote rol. Zo vinden bijna negen op de tien bedrijven (86%) het een schande dat banken het betalingsverkeer onnodig vertragen om rente te krijgen op overschrijvingen. Het bedrijfsleven is dan ook liever zo min mogelijk afhankelijk van banken (77%). Ruim een kwart (28%) ervaart nog altijd meer moeite om geld te lenen bij de bank dan een jaar geleden. Dit ondanks maatregelen en oproepen van de overheid om de kredietverlening te verruimen.
Hoewel de politiek meerdere toezeggingen heeft gedaan om het betaalgedrag van overheden en overheidsinstanties te verbeteren, merken ruim vier op de tien bedrijven (43%) daar in de praktijk weinig van.
Economische impuls
Ondanks geluiden dat de crisis voorbij is, merkt bijna de helft van de organisaties (48%) daar in de praktijk niets van. Met de lange betalingstermijnen laten multinationals en de overheid een kans liggen om de economische groei te stimuleren, stelt Westhuis. “Als iedereen op tijd zijn rekeningen betaalt, levert dat een enorme economische impuls op. Het is vreemd dat het kabinet samen met private partijen van alles probeert om investeringen in het bedrijfsleven te stimuleren, maar de meest eenvoudige oplossing over het hoofd ziet.”
Wanneer rekeningen op tijd worden betaald, zijn ondernemers minder afhankelijk van krediet van de bank en hebben zij meer ruimte om te investeren en innoveren. “Een gezonde leverancier komt uiteindelijk ook de opdrachtgever ten goede. Multinationals zouden in het kader van verantwoord ondernemerschap die stap kunnen zetten, en de overheid zou daarin het goede voorbeeld moeten geven.”
Bron: VCMB