Consumenten die in het nieuwe jaar zekerheid willen hebben over de hoogte van hun gas- en elektriciteitsrekening kunnen het beste kiezen voor een vast contract met prijzen onder het huidige prijsplafond. Uit de Monitor Consumentenmarkt Energie van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) blijkt dat vaste contracten op dit moment goedkoper zijn dan variabele contracten. Vaste contracten met een looptijd van 2 of 3 jaar zijn de afgelopen maand ca. 5% goedkoper geworden en zijn momenteel het goedkoopst.
Het prijsplafond eindigt op 1 januari 2024. Vanaf die datum betaalt iedereen gewoon weer het tarief dat in het energiecontract staat. Dit betekent dat huishoudens vanaf die datum niet meer beschermd zijn tegen hoge energieprijzen. Huishoudens die zekerheid willen over de hoogte van hun energierekening kunnen daarom het beste kiezen voor een vast contract met prijzen onder het prijsplafond. Voor huishoudens die vaste prijzen minder belangrijk vinden is er ruim aanbod van aantrekkelijk geprijsde variabele én dynamische contracten. Ruim 6% van de huishoudens heeft een contract met prijzen boven het prijsplafond.
Bij een vast contract staan de prijzen voor de hele looptijd (meestal 1, 2 of 3 jaar) vast. Bij variabele contracten kan de leverancier de prijzen wel aanpassen, bijvoorbeeld omdat de prijzen op de energiemarkt hoger zijn geworden. Bij de meeste variabele contracten gebeurt dit twee keer per jaar, op 1 januari en op 1 juli. Leveranciers moeten de prijswijzigingen van variabele contracten altijd minimaal 30 dagen van te voren aankondigen. Bij dynamische energiecontracten verschilt de prijs per dag of zelfs per uur. Consumenten met een dynamisch contract kunnen meestal een dag van te voren in een app of op de website zien welke prijs ze de volgende dag moeten betalen. In totaal heeft 42% van de huishoudens een vast contract, 55% een variabel contract en 3% dynamisch.
Transportkosten en belastingen
Vanaf 1 januari 2024 moeten huishoudens meer betalen voor het transport van gas en elektriciteit naar hun huis. Daarnaast gaat de belasting op elektriciteit omlaag, terwijl voor gas meer belasting betaald moet worden. In totaal betaalt een gemiddeld huishouden hierdoor ongeveer €10 per maand meer aan transportkosten en belastingen.
Opzegvergoeding bij opzeggen vast contract
Consumenten die vóór 1 juni 2023 een vast contract hebben afgesloten betalen meestal een opzegvergoeding van €100 als zij hun contract voor het einde van de looptijd opzeggen. Voor vaste contracten die na die datum zijn afgesloten gelden de nieuwe regels voor opzegvergoedingen. Bij deze contracten moeten consumenten betalen voor het financiële verlies dat hun leverancier door de voortijdige opzegging lijdt. De leveranciers blijven dan zitten met de duur ingekochte energie die de afnemers beloofd hadden af te nemen. Consumenten die willen overstappen kunnen bij hun oude leverancier vragen naar de voorwaarden en de hoogte van de opzegvergoeding en dan een beslissing nemen. Consumenten kunnen een variabel of dynamisch contract altijd kosteloos opzeggen.
Minder aanbod voor huishoudens met zonnepanelen
Uit de monitor van de ACM blijkt ook dat er 10 leveranciers zijn die voor elektriciteit geen vaste contracten met een lange looptijd (2 of 3 jaar) aanbieden aan huishoudens met zonnepanelen. Ook zijn er 4 leveranciers die contracten voor deze huishoudens minder aantrekkelijk hebben gemaakt. Dit doen leveranciers omdat zij hogere kosten maken voor de stroom die door zonnepanelen teruggeleverd wordt aan het net. Bij 7 leveranciers is het ook als je zonnepanelen hebt wel mogelijk om een vast contract met een lange looptijd af te sluiten.
Het is voor leveranciers niet verplicht om vaste contracten aan te bieden en het is volgens de huidige wetgeving niet verboden om onderscheid te maken tussen klanten met en zonder zonnepanelen. Leveranciers hebben wel een leveringsplicht. Dat betekent dat zij altijd aan klanten het zogenoemde ‘modelcontract’ aan moeten bieden. Dit is een standaardcontract met variabele tarieven.
Bron: ACM