Het zal u niet zijn ontgaan. De gevolgen van de mondiale crisis raakt ook de Nederlandse economie in de volle breedte. Het aantal faillissementen neemt toe en de marktrisico’s in de energiesector vragen om steeds meer garantievermogen als zekerheid.
Waar debiteurenbeheer en creditcontrol voorheen voldoende bleken voor een goede cash-in en beheersing van de DSO, zal nu vooral ook het belang van werkkapitaalbeheer toenemen. Dit vraagt om adequaat riskmanagement in het algemeen en integraal credit management in het bijzonder.
Als risk- en creditmanager van het bedrijfsonderdeel B2B van energiebedrijf Essent heb ik de marktrisico’s voor de energiesector zien toenemen. Door de splitsingswet (scheiding van infrastructuur en het leveren van commerciële diensten, te weten de productie en levering van elektriciteit) verandert de balanspositie van de productie- en leveringsbedrijven. Tevens vraagt de verdere ontwikkeling van duurzame energie om Europese schaalgrootte.
Essent moet concurrerende prijzen aan haar klanten aanbieden en investeren in nieuwe productiecapaciteit en duurzame energie. Met de voorgenomen overname door RWE hoopt Essent schaalvoordelen te behalen, waarmee het belang van de leveringszekerheid en beheersbare prijzen zeker gesteld kan worden en de continuïteit van de onderneming gegarandeerd is. Ik juich deze ontwikkeling toe.
Credit- en marktrisicobeheersing hebben een grote invloed op het werkkapitaal. De laatste vier jaar heb ik samen met de afdeling creditmanagement hard gewerkt aan het verder professionaliseren van creditmanagement. Een aantal maatregelen is ingevoerd om de verhoogde kans op schade als gevolg van de recessie het hoofd te kunnen bieden. Met het verzekeren van de omzet tegen eventuele kredietschade als gevolg van insolventie van de klant lopen we voorop in de energiesector.
We ontmoedigen het “nemen” van meer leverancierskrediet (overschrijding van de overeengekomen betalingstermijn) door het berekenen van de Europese handelsrente. Prospects tot een bepaalde omzet beoordelen we op hun kredietwaardigheid en het betaalgedrag van bestaande klanten (DSO) wordt bij nieuwe offertes meegewogen.
Door medewerkers van een extern callcenter, die door Essent B2B getraind zijn, wordt al in een vroege fase contact gelegd met klanten wanneer een overdue situatie is ontstaan. Eigen medewerkers kunnen zich hierdoor concentreren op de “echte” incassorisico’s en de vroege signalen van insolventie. Voor klanten met tijdelijke liquiditeitsproblemen zoeken we naar oplossingen op maat.
Bij dit maatwerk zie ik de bereidheid bij klanten toenemen voor het voeren van inhoudelijke gesprekken over de financiële prestaties. Dit sluit aan op het risicobeleid dat we voeren. De kredietverzekeraar is namelijk faciliterend en niet bepalend voor onze risk-appetite. In de leveringssituaties waarin onze kredietverzekeraar geen dekking verleent bepalen we zelf de probability of default (PD) en de daaraan gekoppelde vraag met betrekking tot het verlenen van leverancierskrediet.
Wat dat laatste betreft zie je ontwikkelingen in het bedrijfsleven die mij zorgen baren. Een groot bedrijf dat haar leveranciers meldt dat de factuur voortaan pas na 120 dagen wordt betaald vind ik verwerpelijk. Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent ook rekening houden met de situatie die je als groot bedrijf inneemt richting je leveranciers die soms afhankelijk van je zijn. Het tijdig betalen van de nota is van cruciaal belang voor de economie
Naast mijn werkzaamheden voor Essent ben ik ook actief in de opleidingscommissie van de Vereniging voor Creditmanagement. Ik ben een groot pleitbezorger voor de ontwikkeling van het vak creditmanagement. Opleiding is daarin essentieel. Binnen de opleidingscommissie houden we ons bezig met de kwaliteit van de opleidingen, accreditatie van de CCM opleiding en de vervolgopleiding na de CCM opleiding.
Richard van Hest
Manager Credit Risk Essent
Bron: www.creditexpo.nl