De schommelende consumentenvraag in combinatie met de economische onzekerheid en het steeds vaker voorkomen van natuurrampen dwingt veel ondernemingen ertoe hun productieprocessen ingrijpend te herzien.
Om de toenemende volatiliteit in de vraag naar producten het hoofd te kunnen bieden, besluiten steeds meer bedrijven over te gaan tot het afslanken van het productieproces. Dat betekent dat het logistieke proces geoptimaliseerd wordt, waardoor een snellere doorlooptijd ontstaat, dat de productiviteit wordt verbeterd en minder fouten worden gemaakt en dat een aanzienlijke kostenreductie wordt gerealiseerd.
Hoewel ingrijpende veranderingen nodig zijn om tegemoet te kunnen komen aan de gewijzigde consumentenvraag en de huidige economische onzekerheid, is slechts een beperkt aantal bedrijven bezig met een drastische herstructurering van de bedrijfsvoering. Dit blijkt uit internationaal onderzoek van KPMG naar de mate waarin productiebedrijven omgaan met de gewijzigde consumentenvraag.
“Bestuurders zijn in toenemende mate bezig met maatregelen die ervoor zorgen dat het bedrijf minder kwetsbaar is voor de invloed van schommelingen, meer flexibel kan zijn en minder kosten kan maken”, zegt Roger van den Heuvel, partner bij KPMG Advisory.
Van den Heuvel: “Veel bedrijven erkennen dat hun productieproces niet langer voldoet aan de eisen van deze tijd. De ‘one size fits all’- benadering die van oudsher gemeengoed was binnen veel productiebedrijven is duidelijk achterhaald en past niet meer in een markt die gekenmerkt wordt door een grote verscheidenheid aan verkoopkanalen. Om hieraan tegemoet te komen kiezen veel bedrijven voor het afslanken van het productieproces. Het gevaar hiervan is echter dat de flexibiliteit in de keten duidelijk gereduceerd wordt, waardoor de onderneming niet langer in staat is adequaat te reageren op groeikansen die zich voordoen.
De keuze voor deze oplossing duidt erop dat de bedrijven niet in staat zijn de basisprincipes van het afslanken te doorgronden. Voor veel bedrijven is ‘lean’ een synoniem geworden voor kostenbesparingen en efficiënt werken. Maar de essentie is dat de onderneming in staat is om efficiënte groei te realiseren.”
Van den Heuvel constateert dat de huidige economische situatie veel bedrijven ertoe dwingt gebruik te maken van promotionele acties om zowel verkoopvolume als productiecapaciteit op peil te houden. Van den Heuvel: “Deze ontwikkeling is funest en leidt tot nog grotere schommelingen in de vraag van klanten naar producten. Bovendien zijn toeleveranciers eenvoudigweg niet in staat te voldoen aan de plotselinge vraag van de consument naar een product. Het belangrijkste probleem hierbij is dat toeleveranciers nauwelijks vroegtijdig geïnformeerd worden door hun afnemers over op handen zijnde promotionele acties zodat zij in staat zijn om voorbereidingen te treffen.
Maar de introductie van steeds meer concurrerende acties speelt hierbij ook een rol. Hierdoor wordt het moeilijk een betrouwbare voorspelling te doen over de toekomstige vraag naar producten. In het verleden hadden we in het algemeen te maken met retailers die hun jaarlijkse plannen voor de promotie van producten van tevoren met de toeleveranciers deelden, waardoor de beschikbaarheid van producten gewaarborgd was. Nu echter hebben we steeds vaker te maken met ‘flash promoties’ en adhoc acties die de planning en voorspellingen van toeleveranciers behoorlijk in de war sturen.”
Bron: KPMG