Het aantal betalingsachterstanden voor vaste lasten als huur, zorg, drinkwater en energie is in de eerste zes maanden van dit jaar licht gestegen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de Divosa Monitor Vroegsignalering Schulden. Verhuurders, zorgverzekeraars, drinkwater- en energiebedrijven geven maandelijks aan gemeenten door wanneer er sprake is van een betalingsachterstand. In de eerste helft van dit jaar ging het per maand om 3,8 signalen per duizend inwoners, in 2022 waren dat er 3,3.
Gemeenten zijn sinds 2021 verplicht om inwoners die achterlopen met betalingen van vaste lasten, vroegtijdig te benaderen. Op die manier kunnen ze een aanbod doen voor (schuld)hulpverlening. Door er snel bij te zijn komt een oplossing eerder in zicht en kan worden voorkomen dat schulden verder oplopen. De monitor houdt bij hoeveel signalen gemeenten krijgen en wat ze daarmee doen. Hiermee krijgen gemeenten inzicht in (de uitkomsten van) hun vroegsignaleringsaanpak.
Het aantal gemeenten dat meedoet aan de monitor ligt momenteel op 256. Zij vertegenwoordigen 85 procent van de bevolking. De deelnemende gemeenten ontvingen in januari tot en met juni 2023 maandelijks gemiddeld 3,8 vroegsignalen per 1000 inwoners. Ter illustratie: een gemeente met 50.000 inwoners krijgt elke maand rond de 190 signalen van betalingsachterstanden. In 2022 ontving een gemeente met deze omvang maandelijks gemiddeld 165 signalen.
Gestage stijging in aantal signalen
In de eerste helft van dit jaar is het aantal signalen gestaag toegenomen. In maart is er een piek te zien. Dat komt doordat de zorgverzekeringspremie van januari niet vooraf wordt geïncasseerd, maar in de maand zelf. In de incasso van januari zitten ook de kwartaal/halfjaar/jaarbetalers. De vervaldatum van de vordering is later en komt begin maart pas in aanmerking voor aanlevering aan de gemeenten.
Meer signalen van energieleveranciers
Waar het aantal betalingsachterstanden dat energieleveranciers aanleverden in 2022 constant bleef (zie jaarrapportage Divosa Monitor Vroegsignalering Schulden), zien we in dit eerste half jaar van 2023 dat dit toeneemt. Dit kan verschillende redenen hebben. Zo zijn diverse financiële ondersteuningsmaatregelen richting huishoudens om de energierekening betaalbaar te houden, per 1 januari 2023 gestopt. Daarnaast zullen er huishoudens zijn die hun termijnbedrag niet omhoog hebben bijgesteld, terwijl de energieprijzen wel zijn gestegen. Dit kan resulteren in een nabetaling bij de jaarafrekening. Tot slot is vanaf 1 december 2022 afgesproken dat energiemaatschappijen al vanaf 30 dagen na het ontstaan van de betalingsachterstand signalen mogen afgeven; dit kon daarvoor pas na 50 dagen. Ook mogen energiemaatschappijen en drinkwaterbedrijven sinds 1 december 2022 ná 100 dagen een signaal geven over een betalingsachterstand als dat eerder niet kon. Dit kan tot meer vroegsignalen leiden.
Het aantal vroegsignalen per 1000 inwoners per vastelastenpartner
Het aandeel energiesignalen ligt in de eerste helft van 2023 hoger dan het aandeel signalen van verhuurders: respectievelijk 27 en 19 procent. Dit was in 2022 nog andersom: namelijk 19 en 23 procent. Het aantal signalen van verhuurders is licht dalend.
Hoogte betalingsachterstanden
Terwijl er wel méér signalen komen bij gemeenten, zijn er nog geen duidelijke verschillen zichtbaar in de hoogte van de betalingsachterstanden tussen 2022 en 2023. Ook het aandeel meervoudige meldingen, waarbij er in dezelfde maand meerdere signalen op hetzelfde adres zijn, is nagenoeg hetzelfde in de eerste helft van 2023 ten opzichte van 2023.
De grafiek met het percentage van meldingen naar hoogte betalingsachterstand
NVVK, VNG en Divosa nodigen geïnteresseerden uit om deel te nemen aan de Landelijke Bijeenkomst Vroegsignalering op maandag 13 november. Je kunt hier aanmelden.
Bron: Divosa