De werkgevers in de techniek maken zich grote zorgen over het tekort aan goed opgeleide technici. Het toenemende gebrek aan timmerlieden, metselaars, installatiemonteurs, programmeurs en andere technische vakmensen vormt een bedreiging voor de groei van bouw en technologische industrie. De Industriecoalitie, waarin Metaalunie, FME, UNETO-VNI en Bouwend Nederland samenwerken, vindt dat innovatie in het techniekonderwijs dringend nodig is. De organisaties vragen in een brief aan de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs om concrete maatregelen. Deze week behandelt de Tweede Kamer de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
In de installatiebranche ontstaan 20.000 vacatures per jaar die nauwelijks in te vullen zijn. In de technologische industrie en de mkb-metaal zijn tot 2030 zo’n 120.000 nieuwe werknemers nodig. Ook de bouw komt op korte termijn tienduizenden mensen tekort. De nood is hoog. Het tekort aan technici zet niet alleen de economische groei onder druk, maar ook de energietransitie. Doekle Terpstra, voorzitter van installatiekoepel UNETO-VNI: “Het kabinet heeft 100 miljoen uitgetrokken voor de technische opleidingen binnen het vmbo. Dat is een goed begin, maar we moeten wel garanties krijgen dat het geld daar ook echt terechtkomt.” De Industriecoalitie pleit voor bindende afspraken met en tussen scholen om ervoor te zorgen dat leerlingen tijdens hun opleiding kennis en vaardigheden leren die ze in de beroepspraktijk direct kunnen toepassen.
Te weinig techniekdocenten
Een extra belemmering voor de instroom van jonge technici is het dreigende tekort aan techniekdocenten. De Industriecoalitie vindt dat de overheid de bevoegdheidseisen zou moeten aanpassen en een meer flexibele lerarenopleiding tot stand zou moeten brengen. Daardoor zou onder meer de mogelijkheid ontstaan om professionals van bedrijven in te zetten in vmbo en mbo. Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland: “In de bouw- en infrasector hebben we de komende jaren 40.000 nieuwe mensen nodig. Die moeten ook worden opgeleid. Maar dan heb je wel docenten nodig. En die zijn er niet genoeg. Gelukkig hebben wij opleidingsbedrijven en leerbedrijven met praktijkbegeleiders. Die zouden wat ons betreft, via een verkorte opleidingsroute, ook ingezet kunnen in het vmbo en mbo. Op die manier kan de kennis van de praktijk snel worden doorgegeven aan de volgende generatie. Dat vraagt om professionals die snel voor de klas kunnen staan, maar dat vraagt ook om scholen waar les gegeven kan worden. In de afgelopen jaren hebben veel scholen die (bouw)technisch beroepsonderwijs aanboden hun deuren gesloten. Het was simpelweg te duur. Dat willen wij niet. We hebben vakmensen nodig. En dus ook scholen waar zij kunnen worden opgeleid!”
Numerus fixus
In de brief aan de Kamercommissie dringen de brancheorganisaties aan op een voortzetting van het Techniekpact, dat erop gericht is méér studenten voor techniek te laten kiezen. In de afgelopen jaren heeft het Techniekpact al tastbare resultaten opgeleverd. Maar er is meer nodig. FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: “Het tekort aan technici houdt aan. Naast een hogere instroom in technische opleidingen is de ontwikkeling van medewerkers essentieel. Dat vraagt om een ruim onderwijsaanbod van deeltijdopleidingen, cursussen en modules, toegesneden op de banen van nu en morgen. Het bedrijfsleven draagt daar graag aan bij door bijvoorbeeld docentstages en inzet van ervaren vakmensen voor de klas.” De Industriecoalitie vraagt ook om het voorkomen van een numerus fixus bij de technisch-wetenschappelijke opleidingen. Als de Technische Universiteiten hun deuren sluiten voor een deel van de studenten, zet dat een rem op groei en innovatie. In de brief vragen de werkgevers verder om techniekonderwijs dat beter aansluit
op nieuwe materialen, technologieën en productieprocessen. Fried Kaanen, voorzitter Koninklijke Metaalunie: “Belangrijke ambities zoals smart industry zijn daarvan afhankelijk. Ook zou de overheid bedrijfstakscholen en opleidingsbedrijven actiever moeten ondersteunen en stimuleren.”
Bron: Bouwend Nederland