Ruim 6.000 huishoudens komen door een samenloop van regelingen onbedoeld onder het bestaansminimum terecht. Zij krijgen de komende jaren een vaste tegemoetkoming van hun gemeente. Staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie) heeft de tegemoetkoming voor 2025 vastgesteld.
De Eerste Kamer heeft op 10 december jl. ingestemd met de Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek. Deze ondersteunt huishoudens waarbij een van beide partners een UWV-uitkering heeft en de andere partner geen of weinig inkomen. Door verschillende overheidsregelingen die tegen elkaar inwerken, ontvangen zij minder toeslagen dan een vergelijkbaar (echt)paar met een bijstandsuitkering. Hierdoor houden zij te weinig geld over.
De betreffende huishoudens krijgen in het kader van de regeling een bedrag van € 1.000 uitgekeerd voor 2025. De hoogte van de tegemoetkoming is zo bepaald dat deze naar verwachting toereikend zal zijn voor meer dan 95% van de geraakte huishoudens. De hoogte wordt voor ieder jaar dat de regeling loopt apart vastgesteld. Huishoudens met een groter tekort kunnen terecht bij de gemeente voor aanvullende bijzondere bijstand.
Zekerheid
Staatssecretaris Nobel: “Het kabinet wil dat iedereen de zekerheid heeft van een minimum om van te leven. Voor deze huishoudens is dat nu niet het geval. Ik ben blij dat gemeenten hen kunnen tegemoetkomen via deze regeling. Ik wil nog een keer benadrukken: de mensen die het bedrag krijgen, hoeven dit niet terug te betalen. Ook heeft het geen invloed op de hoogte van toeslagen en een eventuele bijstandsuitkering.”
Gemeenten keren de tegemoetkoming aan veel van de betreffende huishoudens automatisch uit, op basis van een lijst van de Belastingdienst. Deze huishoudens hoeven dus niet zelf een aanvraag in te dienen. Huishoudens die te maken hebben met deze problematiek, maar niet benaderd worden door de gemeente, kunnen zelf een aanvraag indienen bij hun gemeente. De VNG en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ondersteunen gemeenten bij de uitvoering van de tijdelijke regeling.
Bron: Rijksoverheid.nl