Het prijsplafond sluit niet altijd goed aan bij huishoudens die een blokaansluiting voor gas, warmte of elektriciteit hebben. Het kabinet werkt daarom met spoed aan een regeling om ook deze groep te helpen met de hoge energieprijzen. Naar verwachting is de regeling midden februari afgerond. Meerdere partijen, waaronder woningbouwcorporaties, hebben om een inschatting van de tegemoetkoming gevraagd, zodat zij hier rekening mee kunnen houden bij het bepalen van de voorschotten voor energie voor hun huurders of leden. De overheid deelt daarom nu vast een indicatie van de tegemoetkoming. De definitieve tegemoetkoming die per aanvraag aan de vereniging van eigenaren (VvE) of verhuurder wordt uitbetaald is nog wel afhankelijk van de verdere uitwerking van de regeling.
Tegemoetkoming 1e helft 2023
De tegemoetkoming voor huishoudens met een blokaansluiting sluit zo goed mogelijk aan bij de vergoeding van het prijsplafond. De overheid maakt daarvoor gebruik van de prijsgegevens die de energieleveranciers aanleveren voor het prijsplafond. De tegemoetkoming voor het eerste half jaar komt daarmee uit op:
- Zelfstandige wooneenheden (zoals een appartement) met blokgas of blokwarmte: €786,45
- Zelfstandige wooneenheden met blokelektriciteit: €351,13
- Onzelfstandige wooneenheden (zoals een studentenkamer of woonzorginitiatief) met blokgas of blokwarmte: €329,28
- Onzelfstandige wooneenheden met blokelektriciteit: €147,63
Voor een huishouden waar zowel sprake is van blokverwarming als blokelektriciteit worden de twee bedragen bij elkaar opgeteld. Het kabinet werkt daarnaast aan een extra vergoeding voor de groep huishoudens die de 190 euro in november en december 2022 is misgelopen.
Minimale tegemoetkoming 2e helft 2023
De tegemoetkoming voor huishoudens met een blokaansluiting wordt op twee momenten vastgesteld, zodat deze mee kan bewegen als de energieprijzen in de loop van het jaar stijgen of dalen. De energieprijzen in de tweede helft van 2023 zijn nog niet bekend. Het is daarom nog niet mogelijk om een indicatie te geven. Om toch enige zekerheid te bieden, heeft het kabinet besloten voor de tweede helft van het jaar minimaal uit te gaan van 50% van de gehanteerde energieprijzen in de eerste helft van het jaar. Dat betekent dat als de energieprijzen meer dan 50% zakken, de tegemoetkoming niet verder mee zakt. Op basis van de prijsdata van de eerste jaarhelft, komt de minimale vergoeding voor de tweede helft van het jaar uit op:
- Zelfstandige wooneenheden met blokgas of blokwarmte: € 276,76
- Zelfstandige wooneenheden met blokelektriciteit: € 183,92
- Onzelfstandige wooneenheden met blokgas of blokwarmte: € 116,18
- Onzelfstandige wooneenheden met blokelektriciteit: € 77,33
Dit zijn de minimale vergoedingen. Als de energieprijzen op een vergelijkbaar niveau blijven zal de vergoeding ook vergelijkbaar zijn met de eerste helft van het jaar.
Vervolg
Het kabinet werkt de regeling met spoed verder uit. De uitwerking kan invloed hebben of, en zo ja hoeveel tegemoetkoming een aanvrager ontvangt. De overheid overweegt om in bepaalde gevallen geen subsidie uit te keren om overcompensatie te voorkomen. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een vast contract dat het hele jaar onder het niveau van het prijsplafond zit, of wanneer er sprake is van een aansluiting met een relatief klein aantal huishoudens die vaak al van het prijsplafond kunnen profiteren. Ook wordt overwogen om een maatregel te hanteren, waarbij er voor één wooneenheid minder subsidie wordt gegeven dan er in het pand aanwezig is. Dit omdat veel blokaansluitingen wel voordeel ter hoogte van één huishouden ontvangen onder het prijsplafond. Naar verwachting is de regeling midden februari afgerond. Daarna zal de regeling zo snel mogelijk van start gaan.
Bron: Rijksoverheid