Het kabinet trekt structureel ruim €155 miljoen uit voor de rechtspraak om onder andere meer rechters en ander personeel aan te trekken. Dat moet leiden tot kortere doorlooptijden en het verminderen van de werkdruk onder rechters. Ook is het geld voor initiatieven om het recht dichter bij mensen te brengen, zoals de wijkrechtspraak. Mensen worden dan door een rechter bij hen in de buurt geholpen.
Steeds meer rechters gaan met pensioen en de doorlooptijd van een rechtszaak is vaak lang. Het gevolg is dat mensen die naar de rechter stappen langer moeten wachten tot hun zaak is afgedaan, terwijl de rechtspraak met een hoge werkdruk kampt. De druk op de rechtspraak is ook vergroot door onvoorziene situaties als het uitbreken van de coronacrisis, rechtszaken die steeds complexer worden en de nasleep van de kinderopvangtoeslagenaffaire.
“De rechtspraak moet voor iedereen toegankelijk en benaderbaar zijn. De uitdagingen waar de rechtspraak mee te kampen heeft laten dat niet voldoende toe. Daarom gaan wij in de Rechtspraak structureel investeren”, stelt minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming. “Ik ben verheugd dat wij samen met de Raad voor de Rechtspraak prijsafspraken hebben kunnen maken voor de periode 2023-2025. Met de verhoging van de totale begroting kan de Rechtspraak deze uitdagingen aanpakken, zodat toegang tot het recht voor iedereen mogelijk blijft.”
Om de achterstanden op termijn terug te dringen wordt ook ingezet op innovaties en digitalisering. Het structurele geld wordt verder gebruikt om de rechtspraak digitaal toegankelijker voor iedereen te maken. Daarnaast wil het kabinet de miljoenen inzetten om grote rechtszaken rond de georganiseerde criminaliteit in betere banen te leiden.
Bron: Rijksoverheid