Schulden zijn lang niet altijd ‘eigen schuld’. Zeker na de toeslagenaffaire, corona en de energiecrisis begrijpen we dat als samenleving steeds beter. Maar in de schuldregelingen die ons land kent, neemt ‘afstraffen’ nog een grote plaats in. Dinsdag besluit de Tweede Kamer of dat zo blijft. Wij vinden ‘sneller werken aan een nieuwe toekomst’ zinvoller dan straffen, schrijven we in een brief aan de Kamerleden.
Geachte leden van de Tweede Kamer,
Drie jaar lang leven van weinig geld, terwijl je alles wat je boven een bepaald bedrag verdient, af moet dragen aan schuldeisers. Dat gebeurt er wanneer je als particulier toegelaten wordt tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). Drie jaar lang ‘stilstaan’, met maandelijks veel spanning of het lukt om aan de strenge Wsnp-eisen te voldoen. Faal je, dan begin je weer van voren af aan.
De leden van de NVVK (vereniging van financiële hulpverleners) helpen mensen die bij gemeenten aankloppen om hulp bij schulden. Schuldhulpverleners doen schuldeisers een voorstel om vorderingen grotendeels te laten vallen. Ze kopen de rest af en de hulpvrager betaalt dat bedrag in de vorm van een lening (‘saneringskrediet’) in 3 jaar tijd terug aan de gemeente. In grote lijnen is dat minnelijke schuldhulpverlening – op basis van wederzijdse instemming.
Als schuldeisers niet in willen stemmen volgt de stap naar de rechter, via de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). Ook dan is er een periode van 3 jaar waarin de hulpvrager leeft van een minimaal weekgeld, zodat hij maandelijks geld opzij kan leggen om de schulden die hij had, zoveel mogelijk af te betalen.
Minnelijke schuldhulpverleners vinden 3 jaar te lang. Mensen moeten eerder door kunnen met hun leven. Intensievere begeleiding op weg naar duurzame financiële gezondheid is belangrijker dan 3 jaar zoveel mogelijk afbetalen aan schuldeisers. Verrassend misschien: schuldeisers vinden dat ook. Ze hebben liever een betrouwbare klant terug dan een klant die -in het geval van schuldbemiddeling- 3 jaar lang kleine bedragjes overmaakt vanwege een schuld van lang geleden. Op verschillende plaatsen in ons land wordt al geëxperimenteerd met verkorte aflosperiodes. Schuldeisers ondersteunen dat.
Daarom schreven we in onze Toekomstagenda dat we de periode van afbetalen in de minnelijke schuldhulpverlening (Msnp) gaan halveren: van 3 jaar naar 1,5 jaar. Ondertussen praat uw Kamer met minister Weerwind over een voorstel om ook de afbetalingstermijn in de Wsnp te halveren. Dinsdag stemt uw Kamer erover.
Uw Kamer aarzelt, denkt dat kleine ondernemers erdoor in de problemen komen. Wij komen die echter nauwelijks tegen in de schuldenlijsten. Wel heel veel overheden – meer dan 60 %. Vaak speelt de complexiteit van ons fiscale en financiële stelsel daarbij een rol. Natuurlijk, eigen schuld komen we ook tegen. Maar heel vaak blijkt ‘meer uitgeven dan er binnenkomt’ geen eigen keuze. Tegen de stijging van vaste lasten (energie, huur, zorgkosten, levensonderhoud) begin je niet veel. Drie jaar ‘boete doen’ als je om die reden vastloopt vinden wij te lang.
Voor hulpvragers is het belangrijk dat ze snel hulp krijgen in een overzienbare periode. Verkorting naar 1,5 jaar zal mensen sneller overhalen om hulp te vragen. Daar is iedereen bij gebaat. Financiële stress kost de maatschappij tientallen miljoenen (ziekteverzuim, jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg, uitkeringen). Het is bovendien slecht uit te leggen als schuldhulp bij de gemeente 1,5 jaar duurt en schuldhulp bij de rechter 3 jaar. Daarom is het goed om ook de aflossingsperiode in de Wsnp te verkorten. Daarmee geven we mensen met schulden sneller zicht op een nieuwe toekomst. Uw Kamer heeft hiervoor een belangrijke sleutel in handen.
Onze oproep: Luister naar de breed gehoorde maatschappelijke wens om schulden sneller en beter te regelen. Stem voor verkorting van de Wsnp-termijn.
Marco Florijn, voorzitter NVVK
Bron: NVVK