Ruim 6 op de 10 inwoners van Nederland betaalden in 2020 verplicht mee aan hun eigen zorgkosten. Daarvan had 20 procent te maken met een stapeling van eigen betalingen. Mensen die in een zorginstelling wonen droegen gemiddeld de hoogste bedragen bij. Dit meldt het CBS op basis van de monitor Stapeling verplicht eigen risico en eigen bijdragen, die is gemaakt in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
In 2020 droeg 64 procent van de inwoners van Nederland verplicht zelf bij aan hun zorgkosten. Ruim drie kwart (77,8 procent) hiervan betaalde alleen eigen risico voor de Zorgverzekeringswet (Zvw), 19,7 procent betaalde daarnaast ook een eigen bijdrage voor zorg vanuit de Zvw, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) of Wet langdurige zorg (Wlz). De resterende 2,5 procent betaalde geen eigen risico, maar wel een eigen bijdrage.
Steeds meer mensen met stapeling eigen betalingen
Sinds 2015 hebben steeds meer mensen te maken met meerdere vormen van eigen betalingen. Het gaat vooral om een toename van mensen die naast het eigen risico een eigen bijdrage voor Zvw-zorg betalen (zoals voor medicijnen). In 2020 had van de groep mensen onder de AOW-leeftijd 9 procent te maken met een stapeling van eigen betalingen, bij mensen boven de AOW-leeftijd was dat 30 procent. In 2020 lag de AOW-leeftijd op 66 jaar en 4 maanden.
Hoogste eigen betalingen bij zorg in instellingen
De gemiddelde bedragen die mensen moeten betalen voor zorg verschillen sterk per wettelijke regeling. Dat heeft te maken met de aard van de zorg. De hoogste eigen bijdragen worden betaald voor langdurige zorg met verblijf in een instelling. Dit zijn bijvoorbeeld mensen die in verpleeghuizen of instellingen voor gehandicaptenzorg wonen. Deze zorg valt voornamelijk onder de Wlz en deels onder de Wmo 2015 (beschermd wonen).
Boven op deze eigen bijdrage voor de verblijfszorg, betaalde het overgrote deel van deze Wlz-zorggebruikers (drie kwart) ook een eigen risico voor geneeskundige zorg vanuit de Zorgverzekeringswet, meer dan de helft tot het maximum van 385 euro per jaar.
Bron: CBS