De aanhoudend hoge inflatie en stijgende rente maken risico’s voor de financiële stabiliteit concreet zichtbaar, zoals blijkt uit de recente ondergang van een aantal regionale banken in de Verenigde Staten. Uit de onrust in de buitenlandse bankensector kunnen lessen worden getrokken voor toezicht en regelgeving. Dit blijkt uit het vandaag verschenen Overzicht Financiële Stabiliteit (OFS) van De Nederlandsche Bank.

Internationale regelgeving kan op onderdelen beter

DNB-president Klaas Knot: “De problemen bij regionale banken in de Verenigde Staten en bij het Zwitserse Credit Suisse onderstrepen het belang van goed risicobeheer en toezicht en laten zien dat de internationale regelgeving voor banken versterkt kan worden.’’

Mondiale standaarden moeten breder worden toegepast, want ook problemen bij minder grote banken kunnen een wereldwijde kettingreactie veroorzaken. In Europa zijn deze mondiale standaarden in regelgeving uitgewerkt, maar het is van belang om ook de jongste aanscherpingen (uit het zogeheten Finaal Bazel III akkoord) hier volledig en tijdig in door te voeren.

Daarnaast moeten banken voorbereid zijn op snelle veranderingen in het rentebeeld. DNB wil in dat verband internationaal verkennen of renterisico’s ondergebracht moeten worden in de minimumvereisten voor banken. Ook de liquiditeitseisen moeten tegen het licht worden gehouden, nu gebleken is dat in een digitale wereld met sociale media spaargeld en zakelijke deposito’s razendsnel kunnen worden weggehaald bij een bank in problemen. Ten slotte is het belangrijk dat resolutie-autoriteiten meerdere opties voorbereiden om een bank in de problemen af te wikkelen.

Nederlandse instellingen bestand tegen schokken

In Nederland zijn financiële instellingen goed gekapitaliseerd en bestand tegen schokken. De hoeveelheid kapitaal en geld in kas bij Nederlandse banken ligt ruim boven de minimumeisen, waardoor hun uitgangspositie goed is. Uit een stresstest blijkt dat de grootste Nederlandse banken ook in een negatief scenario, met een vertrouwensschok en ferme economische tegenwind, weerbaar zijn. Ook verzekeraars en pensioenfondsen staan er goed voor. Niettemin vragen de historisch snelle omslag in financieringscondities en de aanhoudend hoge inflatie om alertheid.

DNB past buffers voor banken aan

Buffers zijn belangrijk om schokken op te vangen. Dit geldt temeer in tijden van onzekerheid en toenemende risico’s voor de financiële stabiliteit. Het huidige risicobeeld vormt aanleiding om de zogeheten contra-cyclische kapitaalbuffer (CCyB) te verhogen van 1 naar 2 procent. De verhoogde eis geldt voor banken die in Nederland krediet verlenen, waaronder ook buitenlandse banken. De nieuwe eis wordt per 31 mei 2024 van kracht.

Het belangrijkste doel van de CCyB is om de weerbaarheid van banken te vergroten op het moment dat cyclische risico’s zich opbouwen, en om de buffer vrij te geven zodra risico’s zich manifesteren. Hierdoor krijgen banken in slechte tijden extra ruimte om verliezen op te vangen, zodat ze hun kredietverlening aan bedrijven of huishoudens niet hoeven te beperken. Dit kan de directe impact van een crisis op de economie beperken.

DNB verlaagt tegelijkertijd de buffereis voor nationaal systeemrelevante banken (Other Systemically Important Institutions, O-SII’s). De nieuwe buffereis weerspiegelt beter de omvang van de Nederlandse bankensector ten opzichte van de economie, die sinds de introductie van deze buffereis in 2016 is afgenomen. Daarnaast is er progressie geboekt op het gebied van Europese regelgeving en integratie, zoals de ontwikkeling van de bankenunie, waardoor problemen in de bankensector effectiever aangepakt kunnen worden. Ook deze nieuwe buffereis wordt over 12 maanden van kracht.

De verhoging van de CCyB en de verlaging van de O-SII buffers werken bij elke bank verschillend door, maar zorgen samen voor een beperkte toename van het vereiste kapitaalniveau voor de Nederlandse bankensector als geheel. Het OFS wordt op 7 juni in een openbaar gesprek in de Tweede Kamer toegelicht door DNB-president Klaas Knot.

Risicokaart

Deze risicokaart geeft een overzicht van de belangrijkste risico’s voor de financiële stabiliteit. Niet alle risico’s komen aan de orde in elk en dus ook dit OFS. De grootte van de bol geeft de omvang van het risico weer. De kleur van de bol geeft weer of een risico op de middellange termijn sterk toenemend (rood), beperkt toenemend (geel), afnemend (groen) of constant (grijs) is in vergelijking met de voorgaande editie van het Overzicht Financiële Stabiliteit, een half jaar geleden.

Bron: DNB