De landelijk opererende incasso- en gerechtsdeurwaardersorganisatie Flanderijn heeft in 2014 een omzet gerealiseerd van € 39,8 miljoen, ruim € 2 miljoen euro (+5%) méér dan in het boekjaar 2013.
Ondanks de moeilijke incassomarkt, waarin volgens de directie niet alleen de marges onder druk stonden maar ook steeds meer schuldenaren simpelweg niet meer kunnen betalen, wist Flanderijn bijna 800 nieuwe opdrachtgevers aan te trekken en de contracten met grote opdrachtgevers in de huur, nuts- en zorgsector te verlengen.
Eind 2014 had Flanderijn totaal 1,26 miljard euro aan openstaande vorderingen te incasseren, een stijging van 9% ten opzichte van 2013. Deze forse toename wordt grotendeels veroorzaakt door de grote portefeuille aan restschulden in het kader van hypotheekvorderingen. Gemiddeld worden er zo’n 30.000 vorderingen per maand ter incasso bij de 14 vestigingen van Flanderijn aangeboden. Met deze cijfers schaart Flanderijn zich al jaren onder de grootste bedrijven in de Nederlandse incasso- en gerechtsdeurwaardersmarkt. Een markt waar volgens het Economisch Bureau van ING de bedrijfsrendementen zwaar onder druk staan. Een belangrijke oorzaak hiervoor is mede het steeds verder afnemende aantal gerechtelijke procedures als gevolg van het hoge griffierecht.
De incassomedewerkers van Flanderijn voerden in 2014 ruim anderhalf miljoen telefoongesprekken en ontvingen bijna 30.000 bezoekers aan een van de balies. Het aantal betekende dagvaardingen, vonnissen en dwangbevelen daalde licht (-4%), evenals het aantal woningontruimingen. Dit laatste is in lijn met de landelijke trend. Een meer substantiële daling liet het aantal loonbeslagen zien (-15%).
Michel van Leeuwen, directielid van Flanderijn zegt in een toelichting op de jaarcijfers: “We zijn tevreden met de goede resultaten die primair het vertrouwen van klanten in onze dienstverlening onderstrepen. Dat vertrouwen scharniert op onze incassoresultaten en op onze persoonlijke incasso-aanpak die aansluit bij de wensen van opdrachtgevers.” De van oorsprong Rotterdamse organisatie onderscheidt zich al jaren door een zelf ontwikkelde aanpak waarin persoonlijk contact met de schuldenaar centraal staat. Onder het motto ‘Incasseren is en blijft mensenwerk’ investeert het bedrijf veel in een servicegerichte benadering, onder meer door debiteuren te bellen of te bezoeken in de vroege avonduren of op tijdstippen die zij zelf aangeven. “Door deze arbeidsintensieve manier van werken incasseerden we in 2014 maar liefst 70% van de vorderingen zonder rechterlijke tussenkomst”, aldus Van Leeuwen.
Vaak onmogelijk je recht te halen
Volgens Flanderijn-directielid Michel van Leeuwen neemt het aantal ambtshandelingen al jaren gestaag af. Hiervoor zijn meerdere oorzaken, waaronder de nadruk die de gerechtsdeurwaardersbranche legt op minnelijke incasso en op snelle interventie in de beginfase van het schuldtraject, zodat er geen nodeloze proceskosten worden gemaakt. Maar ook het hoge griffierecht speelt hier een rol. Van Leeuwen maakt zich daar nog altijd zorgen over: “We hebben vijf jaar geleden al gewaarschuwd voor de nadelige effecten van het nieuwe stelsel van griffierechten. Voor vorderingen tussen de 500 en 1500 euro blijkt het door de hoge kosten nagenoeg onmogelijk je recht te halen. Dit blijft ons zorgen baren. In 2014 zijn er door de minister voorstellen gedaan voor een aanpassing van de tarieven maar die voorstellen zijn geen verbetering. Integendeel, met name voor huurschulden lijken die voorstellen funest uit te werken. Een gerechtelijke procedure voor een huurschuld van 1.800 euro gaat dan meer dan 1.000 euro kosten. Iedere verhouding is zoek!”
Zorgelijke ontwikkeling rondom aanbestedingen
Gerechtsdeurwaarders investeren op dit moment veel geld in de totstandkoming van het digitale beslagregister en de Verwijsindex Schuldhulpverlening. Dit soort initiatieven komen voort uit de wens van de politiek en overheid om de positie van schuldenaren met problematische schulden te verbeteren. Door informatie met schuldhulpverleners en collega-deurwaarders te delen worden onnodige kosten voorkomen en kan sneller een hulpverleningstraject worden opgestart. Gerechtsdeurwaarders zijn bereid hierin te investeren en het stoort Van Leeuwen dat dan met name de overheid voorop loopt bij het onder druk zetten van de tarieven. Volgens Van Leeuwen een zorgelijke en ondoordachte ontwikkeling. “Recente aanbestedingen door overheidsinstanties laten zien dat er alleen wordt gekeken naar de laagste prijs en niet naar kwaliteit, innovatie of een persoonsgerichte aanpak. De overheid zou juist koploper moeten zijn in het betalen van een redelijk tarief dat het voortdurend investeren in kwaliteit en innovatieve oplossingen mogelijk maakt.”
Bron: www.flanderijn.nl