Op donderdag 23 januari is in de SER de verkenning ‘Volatiliteit van de Nederlandse economie nader bezien’ (PDF, 95 pagina’s) besproken. Dit is een vervolg op de verkenning die in 2013 door de SER werd gedaan naar aanleiding van de vraag waarom de groei van de Nederlandse economie achterbleef bij die van de ons omringende landen*.
Toen werd geconcludeerd dat de Nederlandse economie last heeft van relatief hoge pieken en dalen. Dat de vorige recessie zo lang duurde, kwam mede doordat in Nederland het bankwezen, de woningmarkt, de pensioensector en de financiering van het midden- en kleinbedrijf (mkb) tegelijkertijd onder druk kwamen te staan.
In deze nieuwe verkenning onderzoekt de SER-commissie Sociaal-Economische Aangelegenheden (SEA) in hoeverre Nederland de eerder gesignaleerde volatiliteitsrisico’s beter in de hand heeft. Een eenduidig antwoord valt echter niet te geven. Het onderzoek levert een wisselend beeld op en er is een grote behoefte aan vervolgonderzoek.
Op veel beleidsterreinen (bankwezen, woningmarkt, pensioenen) zijn stabiliserende hervormingen doorgevoerd. Tegelijkertijd is sprake van ontwikkelingen die het volatiliteitsrisico weer kunnen verhogen. Voorbeelden van nieuwe risico’s zijn de langdurig lage rente, de digitalisering van de economie, de voortgaande flexibilisering van de arbeidsmarkt, de steeds urgentere transitie opgaven en de toenemende geopolitieke onzekerheden.
De commissie gaat in de verkenning onder meer in op de volgende onderwerpen:
Goed functioneren EU nodig
Sinds 2013 is externe geopolitieke omgeving onzekerder geworden. Nederland kan hier weinig aan doen. Met een goed functionerende EU staat Nederland met de andere lidstaten wel sterker op het wereldtoneel. Nederland doet er dan ook goed aan om hervormingen te steunen die de EU in staat stellen om stabiliserend te werken.
Huishoudens lopen risico bij economische tegenwind
Huishoudens kunnen financieel in de problemen komen bij economische tegenslag. Dit komt door een combinatie van lage vrij besteedbare inkomens, hoge vaste lasten en tekortschietende financiële reserves. Huishoudens hebben de afgelopen twintig jaar niet of nauwelijks van de welvaartsgroei geprofiteerd. Bij economische tegenslag moeten veel huishoudens meteen de hand op de knip houden, wat bijdraagt aan de volatiliteit van de binnenlandse consumptie.
Woningmarkt
In de afgelopen jaren zijn belangrijke stappen gezet, waardoor het risico dat huishoudens na een daling van de huizenprijzen met hun hypotheek onder water komen te staan, kleiner is. Er zijn echter nieuwe risico’s als gevolg van het structureel achterblijven van het aanbod van woningen bij de vraag. Zo is er een groot tekort aan huurwoningen in het middensegment van de woningmarkt. De schaarste aan woningen drijft de prijs van koopwoningen op. En door de lage rente kunnen huishoudens steeds hogere hypotheken betalen, ook als dat eigenlijk niet verantwoord is. De problematiek op de woningmarkt draagt bij aan de hoge vaste lasten van Nederlandse huishoudens. Het is dan ook van groot belang om de bouw- en plancapaciteit te versterken en minder afhankelijk te maken van de conjunctuurbeweging.
Financiering mkb
In vergelijking met andere Europese landen ervaart het Nederlandse mkb relatief strenge kredietvoorwaarden. Het Nederlandse mkb betaalt een hogere rente en heeft meer kans op een afwijzing. In de huidige gunstige conjunctuur kan het mkb de dalende bancaire kredietverlening opvangen met financiering uit ingehouden winst. Een volatiliteitsrisico is hier dat de bancaire kredietverlening in een neergaande conjunctuur extra kan verkrappen.
Budgettair beleid
Het budgettaire beleid heeft mede tot taak om de economie te stabiliseren. In slechte tijden mag de overheid een begrotingstekort creëren om de economie te stimuleren. In goede tijden is er dan een compenserend overschot op de begroting. De SEA-verkenning signaleert dat het Nederlandse budgettaire beleid te weinig toekomt aan deze stabiliserende taak. Zo zijn na 2008 de lasten voor burgers en bedrijven met circa 4 procent bbp verhoogd. Dit heeft de recessie verdiept en daarmee procyclisch gewerkt.
De SEA-verkenning heeft niet de ambitie om op alle beleidsterreinen concrete aanbevelingen toe doen. De analyse reikt bouwstenen aan voor verdere discussie en verdieping. Deze vindt onder meer plaats in lopende SER-adviestrajecten.
Bron: SER