Hoewel ik mij natuurlijk nog zo jong voel als een beginneling in ons vakgebied, loop ik als gerechtsdeurwaarder al weer zo’n 35 jaar rond in de incasso-en gerechtsdeurwaardersbranche. In die tijd is er een hele hoop veranderd. Toen ik begon waren er door het hele land zo’n 200 gerechtsdeurwaarderskantoren die in omvang niet zoveel verschilden. Vaak 1 of 2 deurwaarders met zo’n 5 tot 10 medewerkers. De vestiging van gerechtsdeurwaarders was streng gereguleerd.

Er was een beperkt aantal standplaatsen en pas bij ontslag of overlijden van een deurwaarder maakte je als kandidaat-gerechtsdeurwaarder kans op benoeming tot gerechtsdeurwaarder. De sollicitatie ging via de rechtbank. De president of kantonrechter-oudste-in-rang stelde een aanbeveling op en de minister bepaalde wie tot gerechtsdeurwaarder werd benoemd. Op iedere opengevallen standplaats waren 10 tot 20 sollicitanten. De dagelijkse werkzaamheden waren voornamelijk het voeren van procedures, beslagleggingen en ontruimingen. Minnelijke incasso vond er eigenlijk niet plaats. Het treffen van een betalingsregeling was een uitzondering. Hoezo, regelen?

Waarom deze korte bespiegeling? Deze week heb een aantal verkiezingsprogramma’s voor de komende Tweede Kamerverkiezingen onderzocht op standpunten over schuldenproblematiek, de incassobranche, gerechtsdeurwaarders en rechterlijke macht. en daar bleek genoeg over te vinden. In sommige verkiezingsprogramma’s worden 3 tot 4 pagina’s besteed aan armoede en schulden. Ook op dat gebied is er enorm veel veranderd. Toen ik tussen 2006 en 2012 bestuurslid van de KBvG was en gesprekken voerde met politici over deurwaardersaangelegenheden, was het enorm zoeken naar standpunten over schulden en incasso. Vanuit hun bevlogenheid hielden Hans Spekman (PvdA) en Carola Schouten (CU) zich met deze onderwerpen bezig, maar dat was het wel zo’n beetje.

Met name de gevolgen van de financiële crisis in 2008 hebben gezorgd voor de toename van de politieke aandacht. Kredietverlening kwam onder een vergrootglas te liggen. Maar ook rapporten als ‘Paritas Passé’ en het besef dat gedrag van mensen heel veel invloed heeft op schulden, zorgden voor die toegenomen interesse. Inmiddels zijn er meerdere lectors die zich bezig houden met incasso en schulden en heeft iedere krant of journaalredactie wel een redacteur die alles van schuldenproblematiek weet. Ik heb de meest relevante standpunten van de grootste politieke partijen op een rij gezet.

VVD

  • Ademruimte voor mensen met problematische schulden. Wettelijke maatregelen voor schuldhulpverleners om schuldensituatie 2 maanden te bevriezen.
  • Dwangakkoord bij minnelijke schuldenregeling wanneer 2/3 schuldeisers akkoord gaat met compensatieregeling voor kleine ondernemers als schuldeiser.
  • Overheden moeten meewerken aan schuldhulptraject en moeten financieel bijdragen aan kosten.
  • Laaggeletterdheid aanpakken.
  • Meer inzet op preventie waarbij een grote verantwoordelijkheid bij financiers wordt gelegd.
  • Betaling kinderalimentatie voorrang boven aflossing schulden.
  • Meer buitengerechtelijke geschiloplossing.

Partij Voor de Vrijheid (PVV)

Nergens in het verkiezingsprogramma heb ik standpunten over schuldenproblematiek of de rechtspraak gevonden.

CDA

  • Gemeenten krijgen meer ruimte voor maatwerk bij schulden.
  • Aanpak van risico-opslag bij leningen
  • Maximering van incassokosten.
  • Registratie flitskredieten.
  • Belastingvrijstelling voor kosten die ondernemers maken voor het helpen van medewerkers met schulden.
  • Beperking van huisuitzettingen wegens huurschuld.

PvdA

  • Coronaschulden oplossen met verruiming kwijtschelden schulden overheid
  • Vroegsignalering en schuldenrust (pauzes op boetes, aanmaningen en rente)
  • Een Rijksincassodienst die ook int voor UWV, CAK, CJIB, waterschappen en gemeenten, met een sociaal incassobeleid.
  • Overheid niet meer als vanzelfsprekend preferent.
  • Hogere beslagvrije voet.
  • Verbod op verkoop van schulden.
  • Eén deurwaarder per gezin met schulden.
  • Deurwaarder werkt regiogebonden met een vaste vergoeding. Perverse prikkels voor ambtshandelingen moeten uitgeband worden.
  • Gemeenten krijgen regie over bewindvoering.
  • Vorming Nationaal Schuldenfonds.
  • Snellere schuldhulptrajecten. Trage schuldeisers moeten tot akkoord gedwongen worden.
  • Verbod op huisuitzettingen.
  • Taboe op schulden doorbreken.
  • Verhoging kredietleeftijd naar 21 jaar.
  • Invoering schuldenrechter.

D66

  • Einde toeslagenstelsel.
  • Voortzetting brede schuldenaanpak (preventie en het ondersteunen en ontzorgen van mensen met schulden).
  • Mensen met schulden krijgen elk jaar het wettelijk recht op een aflospauze van 2 maanden.
  • Inrichting centraal geleid sociaal incassobureau voor schulden aan overheid en semi-overheid dat nauw verbonden is aan hulpverlening.
  • Onderzoek naar samenvoeging minnelijk en wettelijk schuldentraject, waarbij het streven is een regeling die geldt voor alle schulden, bindend is voor schuldeisers en wordt uitgevoerd door de gemeente.
  • Na schuldenvrij na 3 jaar weer recht op hypotheek.
  • Verhoging beslagvrije voet.
  • Verlaging rente voor doorlopende leningen.
  • Laagdrempelige armoederegelingen.
  • Meer geld in rechtspraak.
  • Verlaging griffierechten zodat ook in kleine juridische conflicten en voor mensen met een lager inkomen de financiele drempel laag ligt.
  • Verhoging vergoeding rechtsbijstand.
  • Juridisch loket omvormen naar multidisc11iplinaire instelling.
  • Meer procedures bij de kantonrechter zodat ook andere rechtshulpverleners met een lager tarief rechtsbijstand kunnen verlenen.

Groen Links

  • Huisuitzettingen en afsluiting van water en energie wordt verboden wanneer deze lasten niet meer betaald kunnen worden.
  • Voor mensen met problematische schulden de inrichting van een Nationaal Schuldenfonds dat hun schulden renteloos overneemt.
  • De marktwerking voor deurwaarders wordt afgeschaft en de handel in schulden wordt aan banden gelegd.
  • Deurwaarders voeren een maatschappelijke taak en komen daarom in dienst van de overheid.
  • Eén Rijksincassodienst, die verantwoordelijk is voor alle incassotrajecten van overheidsorganisaties.
  • Schulden mogen nooit verder verhoogd worden dan 100% van het oorspronkelijke bedrag.
  • Gemeenten krijgen mogelijkheid om bewindvoering zelf te organiseren.
  • Meer geld voor sociale advocatuur.
  • Griffierecht naar draagkracht.
  • Ruimte voor alternatieve vormen van rechtspraak zoals regelrechters, schuldenrechters en wijkrechtspraak.

Forum voor Democratie

  • Grondige vereenvoudiging toeslagenstelsel
  • Voorkomen van problematische schuldenlasten bij mensen in armoede.
  • Voor niet zelfredzame mensen in de bijstand mogelijkheid voor broninhouding van woninglasten, nutsvoorzieningen en zorgverzekeringen.
  • Betere koppeling tussen inkomsten, kredietwaardigheid en schuld om te zorgen dat schulden niet eeuwig oplopen.
  • Invoering ‘Wet op de Rechtsvinding’ dat rechters verplicht de wet uit te leggen naar de oorspronkelijke bedoeling van de wetgever.

Christen Unie

  • Geen consumentenproducten op afbetaling (in ieder geval tot € 1.000)
  • Maximale kredietrente omlaag
  • Verplichte check kredietwaardigheid
  • Duidelijker waarschuwingscampagnes tegen schulden.
  • Financiele educatie op middelbare scholen.
  • Afschaffen van provisies bij overstappen telecom, energieleveranciers en zorgverzekeraars.
  • Afschaffing toeslagenstelsel.
  • Beperken doorverkopen schulden (maximaal één keer en niet aan buitenlandse ondernemingen).
  • Dak-en thuislozen niet meer bestuurlijk beboeten.
  • Recht op betaling in termijnen.
  • Inzicht en overzicht van alle openstaande schulden. Daarom Nederlandse Schuldhulproute en MijnSchuldenwijzer.nl verder uitbreiden. Schuldeisers worden verplicht om schulden vanaf een bepaald moment aan te melden. Daarbij ook clustering van incassokosten.
  • Afkoop van schulden via fonds.
  • Steun voor Schuldhulpmaatjes.
  • Standaard adempauze van 6 maanden bij start schuldhulptraject.
  • Sneller naar een schone lei (WSNP van 36 naar 18 maanden).
  • Strenge kwaliteitseisen aan bewindvoerders.
  • Geen huisuitzettingen bij kinderen onder de twaalf jaar.
  • Lagere griffierechten voor MKB en hogere griffierechten voor rechtspersonen met hoge vorderingen.

Grote algemene delers in de programma’s zijn het versnellen van de schuldhulptrajecten, het verder aanpakken van laaggeletterdheid, meer buitengerechtelijke geschiloplossing, beperken en verbieden van huisuitzettingen, de vorming van één Rijksincassodienst, meer nadruk op vroegsignalering en preventie en strengere eisen aan bewindvoerders. Daar verschillen de partijen weinig over van mening.

Voor zover ik het weet is dit de eerste keer dat schulden zo’n prominente rol innemen in de verkiezingsprogramma’s. Op dat vlak is er genoeg te kiezen. Wat mij opvalt in de standpunten in de verkiezingsprogramma’s is dat de positie van de concurrente schuldeiser bijna niet naar voren komt. Alleen de PvdA neemt die in bescherming door te pleiten van het afschaffen van de preferente positie van de overheid. Verder vragen enkele partijen om lagere griffierechten voor het MKB. De PvdA, Groen Links, D66 en de ChristenUnie gaan heel gedetailleerd in op maatregelen om de schuldenaar in bescherming te nemen en te helpen richting een oplossing voor probleemschulden. De standpunten van de VVD en het CDA zijn beperkt en vrij algemeen. Over schulden en de gevolgen van het Coronavirus komt bijna niets terug in de programma’s. Dat mag toch ook opvallend worden genoemd.

Het instrumentarium voor schuldeisers om betaling af te dwingen wordt steeds kleiner. Zeker de kleine schuldeisers (denk hierbij aan MKB’ers en ZZP’ers) lopen de kans om van schuldeiser schuldenaar te worden. Het niet betaald krijgen van rekeningen heeft voor deze groep grote gevolgen. In mijn optiek ontbreekt de balans nu in de standpunten van de politieke partijen. Initiatieven als een vereenvoudigde procedure voor onbetwiste vorderingen zie ik niet terugkomen. Volgende keer beter?

Bron: Michel van Leeuwen | LinkedIn