Het overschot op de lopende rekening van de Nederlandse betalingsbalans is in 2018 met 6,4 miljard gestegen tot een recordhoogte van bijna 84 miljard euro, oftewel 11 procent van het bbp. Daarmee zit Nederland opnieuw ruim boven de norm van 6 procent van de Europese Commissie in het kader van de macro-economische onevenwichtigheden procedure (Macroeconomic Imbalance Procedure, MIP). Nederland behoort, in absolute getallen, tot de top-4 landen in de wereld qua omvang van het lopende rekening overschot, na Duitsland, Japan en China1.
Nederlandse bedrijven verdienen meer op het buitenland dan andersom
De toename wordt vooral gedreven door een stijging in het primaire inkomenssaldo. De belangrijkste andere component van het lopende rekening overschot, het handelsoverschot, levert zoals gebruikelijk de grootste bijdrage. Het handelsoverschot kwam uit op 81 miljard euro, oftewel 10 procent van het bbp.
Vooral in het vierde kwartaal was er een sterke toename in het primaire inkomenssaldo waarneembaar. Nederlandse bedrijven verdienden in het vierde kwartaal van 2018 bijna 8 miljard euro meer aan rente, dividend en ingehouden winsten op hun buitenlandse bezittingen dan buitenlandse bedrijven op Nederlandse activa. Daarmee komt het saldo primaire inkomens op 3,8 procent van het bbp.
De grootste bijdrage aan het positief saldo op de primaire inkomens, kwam van de winsten op dochtermaatschappijen (zie figuur 2). Nederlandse bedrijven behaalden in het laatste kwartaal van 2018 een winst van 44 miljard euro op hun buitenlandse dochters, terwijl buitenlandse bedrijven 36 miljard verdienden op hun dochterbedrijven in Nederland, een saldo van 8 miljard euro. Traditioneel is het saldo positief, omdat relatief veel grote multinationals hun hoofdkantoor in Nederland hebben en daarom een deel van de winsten in Nederland blijft ‘hangen’.
Ongebruikelijk positief saldo-effect dividenden op aandelen
Een opvallende ontwikkeling in de primaire inkomensrekening is zichtbaar in de inkomens op effecten. De dividenden op aandelen hadden voor het eerst sinds het eerste kwartaal van 2015 een positief saldo-effect, van 1,3 miljard euro. Dankzij de hoogconjunctuur keren bedrijven wereldwijd relatief veel dividend uit. Hier profiteerden ook Nederlandse beleggers met buitenlandse aandelen volop van. Echter, buitenlandse beleggers in Nederlandse aandelen moesten het over 2018 doen met een vrijwel constant dividend. Dit heeft te maken met het relatief grote aandeel in de uitgaande dividenduitkeringen van Shell, dat het beleid heeft om het dividend stabiel te houden over de tijd.
Een aantal Nederlandse bedrijven kiest er overigens voor om via de inkoop van eigen aandelen de aandeelhouders te belonen. Dit is niet zichtbaar in de lopende rekening, maar komt terug in de financiële rekening van de betalingsbalans als een desinvestering van buitenlandse beleggers in Nederlandse effecten.
Noot 1: Gebaseerd op data van het IMF uit 2017
Meer informatie
Bron: DNB