Aanvallen op containerschepen in de Rode Zee hebben de prijzen van containervaart met meer dan 300 procent opgedreven, waardoor de angst voor verstoringen in de toeleveringsketens toeneemt, en daarmee ook het inflatierisico.
Volgens de Shanghai Containerised Freight Index (SCFI) kostte het verschepen van een 20-voetscontainer van Shanghai naar Europa midden januari gemiddeld USD 3.101, een stijging van 310% ten opzichte van november. De stijging is te wijten aan het feit dat commerciële tankers langere en daardoor duurdere routes nemen om de conflictzone in de Rode Zee te vermijden, naast de stijgende verzekeringskosten.
Hoewel de aanvallen – ogenschijnlijk gericht op schepen die banden hebben met Israël – problemen veroorzaken voor containerrederijen en de sectoren die van hen afhankelijk zijn, is de impact op de wereldeconomie op dit moment beperkt. De meeste economen verwachten dat dit zo zal blijven, in ieder geval op de korte termijn. Maar hoe langer de crisis duurt, hoe ernstiger de verstoring waarschijnlijk zal zijn.
De huidige situatie: langere reizen, hogere kosten
Ongeveer 30% van al het containervervoer passeert via de Rode Zee, een cruciaal kanaal voor vrachtvervoer van de regio Azië-Pacific naar Europa. Een aantal grote containerrederijen hebben hun activiteiten in het gebied opgeschort en leiden hun schepen om rond Kaap de Goede Hoop.
Volgens berekeningen van Oxford Economics doet een schip dat met 16,5 knopen van Taiwan naar Nederland vaart, via de Rode Zee en het Suezkanaal, er ongeveer 25,5 dag over om de reis te voltooien. Dat wordt 34 dagen als het schip de omweg via Kaap de Goede Hoop moet varen.
Het effect van negen dagen langer op zee verstoort en vertraagt onvermijdelijk het intenationale vrachtverkeer. Doordat schepen langer op zee blijven omdat ze de Rode Zee-route vermijden, kan de internationale scheepvaartcapaciteit met ongeveer 20% verminderen.
Uitdagingen voor de toeleveringsketen en lokale gevolgen
Langere en minder zekere toeleveringsketens zullen waarschijnlijk leiden tot goederentekorten in een aantal sectoren; Europese bedrijven zullen op de korte termijn het hardst worden getroffen.
Europese fabrikanten importeren een breed scala aan intermediaire goederen uit China en meer in het algemeen uit de regio Azië-Pacific, waaronder elektrische apparatuur, hightechproducten, rubber en kunststoffen, chemicaliën en machines. Langere wachttijden, hogere prijzen en congestie in de havens zijn allemaal mogelijk als de crisis aanhoudt. Dit kan ertoe leiden dat bedrijven voorzichtigheidshalve weer grotere voorraden willen aanhouden.
Buiten Europa is de economie van Egypte bijzonder kwetsbaar voor een langdurig conflict in het Rode Zee-gebied. Iets meer dan 2% van de bruto toegevoegde waarde van het land en 3,5% van de overheidsinkomsten zijn gekoppeld aan het Suezkanaal.
Dalende trend inflatie zet waarschijnlijk door
Ondanks deze uitdagingen is het onwaarschijnlijk dat de crisis de wereldwijde trend van een dalende inflatie zal doen stoppen, of de renteverlagingen die voor het midden van dit jaar worden verwacht, zal opschorten.
“Het effect van de Houthi-aanvallen en de stijging van het containervervoer op de wereldwijde inflatie zal waarschijnlijk vrij beperkt zijn”, zegt Niels de Hoog, senior econoom bij Atradius en specialist voor het Midden-Oosten. “Het zal hooguit het tempo vertragen waarmee de inflatie zich normaliseert ten opzichte van de piek vlak na de pandemie.”
De Hoog ziet drie redenen om optimistisch te zijn:
- Hoewel prijzen van containervervoer aanzienlijk zijn gestegen, zijn ze nog steeds aanzienlijk lager dan tijdens het hoogtepunt van de Covid-crisis. “Bovendien is de directe doorwerking van een stijging van de vervoerkosten naar de inflatie beperkt, omdat kosten van containervervoer slechts een klein deel uitmaken van de consumentenprijs van goederen”, aldus De Hoog. In dit opzicht is de grootste bedreiging voor de inflatie en de wereldeconomie een regionale escalatie van het conflict waarbij Iran direct betrokken raakt en die leidt tot een blokkade van de Straat van Hormuz – het belangrijkste knooppunt van de wereldwijde oliehandel.
- De dreiging van de Houthi’s heeft tot nu toe weinig invloed gehad op de olieprijs, de belangrijkste aanjager van de inflatie tijdens het herstel na de pandemie. Op dit moment is de olieprijs zelfs iets lager dan in de maanden voordat de aanvallen begonnen. Ongeveer 80% van de olie-export uit de Golfregio gaat naar Azië en hoeft dus niet door het Suezkanaal.
- Elke vertraging in de productie als gevolg van problemen in de toeleveringsketens vindt plaats tegen de achtergrond van een matige wereldwijde vraag, wat betekent dat het effect op de inflatie waarschijnlijk beperkt zal zijn.
Vooruitzichten op langere termijn
De hoop is dat een verdere escalatie, waarbij Iran of zijn proxy Hezbollah betrokken raakt, kan worden vermeden. Er is een sterke internationale druk om die uitkomst te bewerkstelligen. Een coalitie onder leiding van de VS heeft al aangegeven de scheepvaart door de Rode Zee te willen beschermen door middel van marinepatrouilles en luchtaanvallen op Houthi-stellingen in Jemen.
Maar in een onstabiele regio kunnen spanningen snel escaleren en een einde van de crisis is nog niet in zicht. We verwachten dat als de Rode Zee een aantal maanden gesloten zou blijven voor de scheepvaart en de vrachtkosten hoog zouden blijven, de jaarlijkse CPI-inflatie tegen het einde van 2024 met 0,7 procentpunt zou kunnen stijgen (momenteel wordt een inflatie van 4,1% verwacht, na 6% in 2023).
Deze inflatiedruk is niet genoeg om de huidige dalende trend in inflatie te keren en het is onwaarschijnlijk dat centrale banken hierdoor een eerdere renteverlaging zullen overwegen. Maar het kan ze wel twee keer laten nadenken over hoe laag de rente op de middellange termijn kan gaan.
“Om deze redenen is alle hoop gevestigd op een staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas, maar er zijn geen tekenen dat dit snel zal gebeuren”, zegt De Hoog. “De dreiging van de Houthi’s zal waarschijnlijk boven de markt blijven hangen voor de duur van de Gaza-oorlog. We weten op dit moment alleen nog niet hoe groot die dreiging uiteindelijk zal blijken te zijn.”
Bron: Atradius