‘Meer dan 90% van de Nederlandse industriële bedrijven staat positief tegenover de veranderingen die digitalisering en robotisering brengen. Meer dan de helft (53%) verwacht dat het werk van karakter zal veranderen, maar dat de werkgelegenheid gelijk blijft. één op de vijf denkt zelfs dat de werkgelegenheid er door zal toenemen.’ Dat blijkt uit een enquête onder ondernemers uit de Nederlandse industrie ter gelegenheid van de derde Dag van de Industrie die vandaag  (10/9) plaatsvindt. 

Nederlandse industriële bedrijven hebben wereldwijd een sterke positie. De industrie verwacht deze positie uit te kunnen breiden door komende jaren met name te investeren in nieuwe producten en diensten (85%), nieuw personeel en opleidingen (65%) en energiebesparing (55%). Zo’n 60% ziet verduurzaming van producten en processen als een topprioriteit. Bij dat laatste gaat het om een breed scala aan ingrepen van verdere energiebesparing tot het realiseren van energiezuinige producten, hergebruik van grondstoffen en CO2-reductie.

Tekorten aan goede mensen belemmeren de groei

Als meest belemmerende factoren voor groei worden genoemd het tekort aan goed opgeleid personeel (80%) en de regelgeving in Nederland (65%). Met name de arbeidsmarktregelgeving wordt als knellend ervaren. Twee op de vijf ondernemers noemt verder het ontbreken van gelijk speelveld of oneerlijke concurrentie als een bedreiging.

Kabinet moet extra inzetten op onderwijs en innovatie

Het industriebeleid van het kabinet krijgt een voldoende (55%) maar dit kan sterk worden verbeterd door veel meer prioriteit te geven aan onderwijs en innovatie, aldus de respondenten. Daarna volgen arbeidsmarkt en regeldruk als terreinen waar dus stappen moeten worden gezet.

Achtergronden industrie

De industrie is goed voor 12% van ons bbp (alleen de handel scoort hoger met 14%). Tellen we hier toeleveranciers en afnemers bij op dan is de industrie gerelateerd aan zo’n 20% van ons bbp – het hoogst van alle sectoren. Met name de landbouw is sterk verweven met de industrie. Maar ook onze dienstensector (uitzenders, banken, adviseurs, etc.). Zo’n twee miljoen mensen hebben direct of indirect werk dankzij de industrie en ca. 60% van onze eigen geproduceerde export betreft industriële goederen.

Bron: VNO-NCW