De krapte op de arbeidsmarkt is voorlopig niet voorbij. In het vierde kwartaal daalde het aanbod van arbeid opnieuw. Dit in combinatie met grote vraag naar personeel (veel openstaande vacatures) zorgt er voor dat de arbeidsmarkt nog altijd getypeerd kan worden als zeer krap. Er werd bovendien een aantal records gebroken:
- De arbeidsmarktactiviteit was niet eerder zo laag.
- Het aantal baanwisselingen was niet eerder zo hoog.
- De sourcingsdruk was niet eerder zo hoog.
- De verwachte zoekduur was niet eerder zo laag.
- Het aantal werkenden was nog niet eerder zo hoog.
- De werkloosheid was op jaarbasis niet eerder zo laag als in 2022.
Of we nu (al) in een recessie zitten, gaan belanden of, zoals DNB omschrijft ‘erlangs scheren’, op de arbeidsmarkt is hier vooralsnog weinig van te merken. Even leek het erop dat de werkloosheid snel ging oplopen tot boven de 4%, maar op de toename in het tweede en derde kwartaal volgde in het vierde kwartaal een flinke daling. Het jaar 2022 sloot af met een werkloosheid van slechts 3,5%.
Record na record
Daar komt bij dat het aantal mensen dat actief op zoek is naar ander/nieuw werk opnieuw is gedaald. De zogeheten arbeidsmarktactiviteit bereikte met 11,1% zelfs een laagterecord sinds Intelligence Group in 2003 is gestart met de meting ervan. Het arbeidspotentieel heeft de luxe om achterover te leunen, omdat er weinig noodzaak is om (ander) werk te zoeken (lage werkloosheid en weinig faillissementen, reorganisaties en ontslagen).
Bovendien voelt men zich gesteund door de enorme vraag naar personeel. Dit uit zich niet alleen in een groot aantal vacatures, maar ook in het feit dat mensen vaker dan ooit benaderd worden door werkgevers om bij hen te solliciteren/te komen werken. Het aanbod van arbeid droogt daarmee steeds verder op. Werkgevers moeten dus nog meer moeite doen om geschikte kandidaten te vinden. Én te behouden, want hoewel veel mensen niet actief zoeken naar ander werk, werd er in het vierde kwartaal wel veel van baan gewisseld. Ruim 1,8 miljoen mensen vonden een baan, waarvan het grootste deel daarvoor ook al werkte.
Arbeidsmarktactiviteit
De arbeidsmarktactiviteit, de mate waarin de Nederlandse beroepsbevolking actief op zoek is naar een baan, is in vergelijking met vorig kwartaal gedaald. Ook ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021 is er sprake van een daling. Ondanks de voor werknemers zeer gunstige arbeidsmarkt, was de activiteit nog niet eerder zo laag. Eén op de negen personen uit de Nederlandse beroepsbevolking (11,1%) is actief op zoek naar een nieuwe baan. Onder werkenden is dat slechts één op de veertien. Tegenover de daling van de actieve groep staat een stijging het aantal mensen dat helemaal niet op zoek is naar (ander werk). De groep latente baanzoekers bleef in het vierde kwartaal nagenoeg onveranderd. De arbeidsmarktactiviteit verschilt sterk per beroep. Zie voor functie specifieke inzichten ons online dashboard Giant.
Baanwisselingen
Bij het aantal baanwisselingen is wederom een duidelijke stijging terug te zien. Ten opzichte van het vorige kwartaal betekent de 20,9% die ander/nieuw werk vond een stijging van 14 duizend. Ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar is er sprake van een zeer forse toename (+279 duizend). De afgelopen jaren is de mobiliteit niet zo hoog geweest. Het betreft overigens niet uitsluitend mensen die van baan wisselen, al is dit wel de grootste groep binnen de ruim 1,8 miljoen baanwisselaars. Ook degenen die vanuit een niet-werkende situatie een baan hebben gevonden worden meegeteld. Wanneer de werkgelegenheid toeneemt wordt het aandeel van deze groep groter.
Sourcingsdruk
De sourcingsdruk heeft met 39,5% in het vierde kwartaal opnieuw een record gebroken. Zowel ten opzichte van vorig kwartaal als ten opzichte van vorig jaar is er sprake van een toename. Nog niet eerder werden zoveel personen uit de Nederlandse beroepsbevolking benaderd door werkgevers/recruiters/bureaus voor een nieuwe baan. Waarschijnlijk ook ingegeven door de passiviteit van de beroepsbevolking (de lage arbeidsmarktactiviteit). De sourcingsdruk is een belangrijke indicator van schaarste op de Nederlandse arbeidsmarkt. De sourcingsdruk voor specifieke beroepen kan worden achterhaald via ons online dashboard Giant.
Werkeloosheid
De werkloosheid in Nederland is zeer laag (3,5%, december 2022). In het tweede en derde kwartaal liep de werkloosheid flink op, maar de laatste maanden is deze juist weer gedaald. Het CPB voorziet in haar meest recente prognose (december 2022) voor 2023 een toename van de werkloosheid naar 4,4%, maar dat is alsnog relatief laag. De arbeidsmarkt blijft daarom naar verwachting krap.
Verwachte zoekduur
Bij de de verwachte zoekduur naar een nieuwe baan zien we na een stabilisatie in de eerste helft van 2021 wederom een daling. Deze zoekduur is gebaseerd op de periode die mensen zélf aangeven nodig te hebben voor het vinden van nieuw werk. Het kan gezien worden als vertrouwensindicator van werknemers in de arbeidsmarkt. Met 3,2 maanden is de verwachte zoekduur de laagste ooit gemeten.
Vast contract
Het aandeel werknemers dat direct een vast contract kreeg is licht gedaald. In het vierde kwartaal gaf 41,2% van de werknemers aan dat ze direct een vast contract kregen (ten opzichte van 41,8% vorig kwartaal). Enerzijds hebben werkgevers te maken met een zeer krappe arbeidsmarkt en proberen ze personeel te verleiden en/of te binden met een vast contract. Anderzijds ervaren ze een afkoelende economie en is er onzekerheid over de toekomst. Dat weerhoudt werkgevers er mogelijk van om direct vaste contracten te geven aan nieuwe werknemers. Begin 2020, vlak voor het uitbreken van de coronacrisis, lag het aandeel vaste contracten voor werknemers ook erg hoog. Daarna was er sprake van een daling, maar sinds eind 2021 neemt het aandeel vaste contracten onder baanvinders weer toe. De cijfers passen bij het beeld van een krappe arbeidsmarkt.
Bron: Intelligence-group