Het aantal nieuwe ondernemers groeit ook dit jaar onverminderd door en komt uit rond de 135.000, het hoogste aantal ooit. Dit komt door een combinatie van sterke economische groei en aanhoudende flexibilisering. Ondanks het streven van de overheid om flexwerk minder flex te maken is de verwachting dat het aantal starters ook in de komende jaren hoog blijft.
Sterke groei trekt nieuwe ondernemers
In de eerste negen maanden van het jaar zijn 101.600 mensen een bedrijf gestart, bijna 2% meer ten opzichte van dezelfde periode in 2016 (100.000). Het overgrote deel van de starters (circa 80%) bestaat uit zzp’ers. De bouw laat met 16% meer starters de grootste stijging zien. De sterke groei van de woningmarkt en de daaruit voortkomende vraag naar verbouwingen trekt veel nieuwe zelfstandige klussers aan.
Starters laten handel links liggen
Het aantal starters daalde zowel in de groot- als de detailhandel met respectievelijk 8% en 6%. Het verdienmodel in de handel staat onder druk als gevolg van digitalisering en e-commerce. Met name in de handel in non-food producten, zoals kleding en schoenen, is het aantal starters sterk afgenomen.
Meer starters in de Randstad
Zowel in de Randstad als in Zeeland is het aantal starters in de eerste drie kwartalen van het jaar toegenomen. In Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht zijn er fors meer starters in de bouw, transport, onderwijs, zorg en ICT. In provincies met een vergrijsde beroepsbevolking – Limburg, Drenthe en Groningen –daalt het aantal starters, en dan vooral in de handel, zorg en transport.
Sectorlandschap in vijf jaar tijd gewijzigd
In vijf jaar tijd is het sectorlandschap onder starters enigszins gewijzigd, met name door de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Het aantal starters is vooral gegroeid in sectoren waar flexibilisering in de afgelopen jaren een vlucht heeft genomen, zoals de bouw, zorg, transport en onderwijs (sportleraren, bedrijfsopleidingen). Na de zakelijke dienstverlening, goed voor ruim een kwart van alle starters, is de bouw nu de grootste sector onder starters. Vijf jaar geleden was dit nog de detailhandel, die is gedaald naar een vierde positie.
Zzp’er in plaats van vast dienstverband
Door de toenemende behoefte aan flexibilisering is ook het aantal starters in de zorg sterk toegenomen. Veel voormalig thuiszorgmedewerkers zijn – al dan niet vrijwillig – als zelfstandig ondernemer aan de slag zijn gegaan. Hetzelfde geldt voor de transport & logistiek. Daar is het aantal zelfstandige taxichauffeurs in vijf jaar tijd met 150% gegroeid. Ook zit het aantal zelfstandige koeriers dit jaar weer in de lift door aanhoudende groei van online winkelen en de opkomst van maaltijdbezorgers voor bedrijven als Deliveroo en UberEATS.
Impact van het regeerakkoord voor starters
In het nieuwe regeerakkoord zijn een aantal maatregelen opgenomen die flexwerk minder flex moeten maken. De grootste veranderingen voor starters en zzp’ers zijn de beperking van de zelfstandigenaftrek, de vervanging van de wet DBA en de invoering van een minimumtarief (onder bepaalde voorwaarden) voor zzp’ers. Beperking van de zelfstandigenaftrek (vanaf 2020) wordt met name gevoeld door ondernemers die in de hogere belastingschijven vallen. De invoering van een minimumtarief moet schijnzelfstandigheid aan de onderkant van de markt, zoals thuiszorg, kinderopvang, taxibranche en koeriersdiensten, tegen gaan.
Behoefte aan flexibiliteit blijft bestaan
Ondanks het streven om de verdergaande flexibilisering een halt toe te roepen is de verwachting dat het aantal starters ook de komende jaren hoog blijft. Zowel bij bedrijven als werkenden blijft er behoefte aan een flexibele schil en aan flexibel werken in diverse vormen, waaronder het zzp’er-schap. De voorgenomen maatregelen in het nieuwe regeerakkoord vormen daartoe vooralsnog geen grote barrière.
Bron: ING