Volgens de laatste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Sociaal en Cultureel Planbureau is het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft sinds 2011 enorm toegenomen.
Het Nibud stelt geen definitie van armoede
Armoede is een fenomeen dat heel veel aspecten kent, bijvoorbeeld slechte huisvesting, geen perspectief op de arbeidsmarkt, gezondheidsproblemen, etc. Het Nibud stelt geen definitie van armoede. Om het begrip armoede te meten via één inkomensgrens doet geen recht aan deze aspecten. Ook mensen die een hoog inkomen hebben, kunnen door hoge lasten in financiële problemen komen. Niet alleen de hoogte van het inkomen is dus van belang, maar ook de lasten en de mate van grip op geld bepalen hoe rijk of arm iemand is. Er zijn mensen die al jaren een minimuminkomen hebben en toch rond kunnen komen. Zij hebben niet te hoge vaste lasten en een stevige grip op hun inkomsten- en uitgavenpatroon. Terwijl iemand die niet gewend is van een lager inkomen rond te komen, hier grote problemen mee kan hebben.
Het Nibud maakt zich zorgen over hoe mensen met een minimuminkomen rondkomen. Het Nibud ziet dat het moeilijk is. Men moet goed kunnen budgetteren, alle toeslagen aanvragen en niet voor hoge extra kosten staan zoals een schuld. Daarnaast is het belangrijk dat zij door de gemeente goed worden ondersteund. In de meeste gemeenten is er individuele bijzondere bijstand of groepsgewijze ondersteuning mogelijk. Die ondersteuning is onder andere bedoeld voor sociale participatie. Uit de Nibud-referentiecijfers blijkt namelijk dat een bijstandsgezin met twee kinderen slechts 5 euro per maand over heeft voor cadeautjes, sporten en uitgaan. Vooral voor kinderen betekent dit dat zij niet veel mee zullen kunnen doen in de maatschappij.
Lees hier meer over minimabeleid
Bron: Nibud