Economen van de Rabobank schatten dat het afgelopen jaar circa 165.000 woningen ‘boven water’ zijn gekomen door de herstellende woningmarkt.

Dit betekent dat bij steeds meer huizen de waarde van het onderpand hoger is dan de hoogte van de hypotheek.

Pieter van Dalen, woningmarkteconoom van de Rabobank: “Momenteel hebben ongeveer 900.000 huishoudens een hogere hypotheekschuld dan de waarde van de woning. Vorig jaar waren dat ongeveer 1,1 miljoen huizen, een daling van ongeveer 15% ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar. Dit is te verklaren door stijging van de huizenprijzen en door een recordaantal extra aflossingen op hypotheken, bij de Rabobank alleen al 4 miljard euro vorig jaar.”

“In 2014 stegen de huizenprijzen gemiddeld met 0,9%, de eerste prijsstijging sinds 2008”, zegt van Dalen. “Dit is positief voor de huizenbezitter met onderwaarde.” Door de recente prijsstijgingen kunnen huizenbezitters makkelijker doorstromen naar een ander huis. Huizenbezitters zagen tussen 2008-2013 de gemiddelde koopsom met ongeveer 40.000 euro dalen.

Met een gemiddelde huizenprijsstijging van 2% en de huidige aflossingstrend van woningbezitters (steeds meer aflossen) duurt het, volgens de econoom van de Rabobank, naar verwachting tot 2019 voordat er weer evenveel huishoudens onderwater staan als voor de crisis (ongeveer 450.000). Als deze trend doorzet, heeft in 2025 nog maar 3% van de huishoudens een woning met onderwaarde.

Van Dalen: “Bij een grotere prijsstijging maar ook door extra aflossingen op de hypotheek kan het aantal huishoudens met onderwaarde vanzelfsprekend sneller dalen. Bij een prijsstijging van 4% in plaats van 2% komen er in 2016 naar schatting 190.000 in plaats van 140.000 huishoudens boven water.”  Dan heeft nog ongeveer 20% van de huishoudens te maken met onderwaarde. Dit percentage blijft de komende jaren nog relatief hoog.

De totale onderwaarde van huishoudens bedraagt circa 45 miljard euro en betreft 25% van de huishoudens.  Een grote groep huizenbezitters (5%, zie de oranje piek in figuur 1) heeft een onderwaarde heeft van 10.000-20.000 euro . “Deze groep van 175.000 huishoudens komt dus bij een relatief kleine huizenprijsstijging weer boven water.” Ongeveer driekwart van de huishoudens heeft overwaarde.  Deze overwaarde bedraagt naar schatting 620 miljard euro.

Bron: Rabobank.nl