Huurders tussen de 20 en 45 jaar oud geven vaker dan huiseigenaren aan dat ze meer zouden willen sparen, maar maandelijks te veel vaste lasten hebben. Bovendien is de kans twee keer zo groot dat huurders geen of weinig spaargeld hebben. Dat kan betekenen dat zij minder makkelijk hun spaardoelen bereiken en dat zij slechter in staat zijn om financiële tegenvallers op te vangen. Dit schrijven economen van Rabobank vandaag in economenvakblad ESB op basis van een enquête onder ruim 10.000 klanten.
Huurders zijn volgens cijfers van het CBS meestal een groter deel van hun inkomen kwijt aan woonlasten dan huiseigenaren. Economen van Rabobank onderzochten daarom of er ook verschillen bestaan in het spaargedrag tussen Nederlanders die huren en Nederlanders met een eigen huis. Daarvoor ondervroegen ze 10.000 Rabobankklanten tussen de 20 en 45 jaar oud. Uit die enquête blijkt dat huurders vaker dan huiseigenaren aangeven dat ze meer zouden willen sparen, maar te veel vaste lasten hebben waarop niet kan worden bezuinigd.
Dit onderscheid blijft aanwezig wanneer rekening wordt gehouden met verschillen in onder meer leeftijd, inkomen, attitudes over sparen en het wel of niet hebben van een spaardoel. Vooral in de vrije huursector geven mensen vaker aan dat vaste lasten hen belemmeren om meer te sparen. Rabobankeconoom Nic Vrieselaar: “Dat is niet gek, want in de vrije sector betalen nieuwe huurders gemiddeld al bijna 1.000 euro per maand voor een huis. En recht op hypotheekrenteaftrek of huurtoeslag hebben ze niet.”
>Lees het volledige rapport op Rabobank.com/economie <
Minder spaargeld
De hogere vaste lasten kunnen het voor huurders moeilijker maken om hun spaardoelen te bereiken. Vrieselaar: “Uit cijfers van het CBS blijkt bijvoorbeeld dat meer dan de helft van de huuders in de vrije sector jonger dan 45 jaar binnen twee jaar een huis wil kopen. Maar door de sterk gestegen huizenprijzen en aangescherpte hypotheeknormen hebben zij daar nou juist meer spaargeld voor nodig.”
Het onderzoek van de Rabobank laat ook zien dat huurders vaker minder spaargeld hebben dan huiseigenaren. De kans is zelfs twee keer zo groot dat huurders minder dan 2.500 euro opzij hebben gezet, ruim onder het minimumbedrag dat budgetvoorlichter Nibud adviseert als reservepotje. Dit wijst erop dat huurders slechter in staat zijn om financiële tegenvallers op te vangen.
Bron: Rabobank