Sinds 19 februari 2019 is de PSD2 of herziene richtlijn betaaldiensten in Nederland van kracht. Daardoor moesten in overleg met de Consumentenbond de Uniforme veiligheidsregels voor particulieren van Nederlandse banken worden aangepast.
De Uniforme veiligheidsregels gelden sinds 2014 en zijn door de banken in overleg met de Consumentenbond opgesteld. Deze collectieve veiligheidsregels zijn van toepassing op elektronisch bankieren en betalen en ze maakten een einde aan de individuele regels die banken hiervoor tot 2014 hanteerden.
De belangrijkste aanpassingen
Geen eigen risico meer
In de nieuwe Uniforme veiligheidsregels geldt er geen eigen risico meer voor de betaler bij een niet-toegestane betaaltransactie. In de oorspronkelijke veiligheidsregels gold een eigen risico van 150 euro, zoals de PSD1 voorschreef. In de PSD2 is dit eigen risico voor betalers bijgesteld naar 50 euro. In de Nederlandse wet is dat eigen risico echter geheel komen te vervallen en daarom is dat ook geschrapt in de Uniforme veiligheidsregels.
Gebruik van beveiligingscodes voor online bankieren bij derde partijen
Op grond van PSD2 mag een betaalrekeninghouder (bankklant) de beveiligingscodes voor online bankieren van zijn bank in bepaalde gevallen invoeren op de website of in de app van een door DNB toegelaten derde partij, voor een betaalinitiatiedienst of een rekeninginformatiedienst. Of het invoeren van beveiligingscodes voor online bankieren bij een derde partij daadwerkelijk nodig is, verschilt per bank. Daardoor kunnen ook de Uniforme veiligheidsregels op dit punt per bank verschillen.
Dankzij PSD2 kunnen niet-bancaire financiële dienstverleners (derde partijen) een bankklant nieuwe soorten diensten voor zijn of haar betaalrekening aanbieden: rekeninginformatiediensten en betaalinitiatiediensten. Om deze diensten in Nederland te kunnen verlenen, moet zo’n dienstverlener zijn toegelaten door DNB. Als de bankklant gebruik wil maken van deze diensten van een derde partij, geeft hij of zij die dienstverlener toegang tot zijn of haar betaalrekening om een betaling op te starten (bij een betaalinitiatiedienst) of om rekeninginformatie op te halen (bij een rekeninginformatiedienst). Overigens kan ook een bank die diensten aan zijn eigen klanten aanbieden, voor betaalrekeningen bij andere banken.
Om aan te geven of en wanneer de rekeninghouder de beveiligingscodes voor online bankieren van zijn bank mag invoeren op de website of in de app van een derde partij, zijn twee versies van de Uniforme veiligheidsregels opgesteld. De Betaalvereniging publiceert ook een derde variant van de Uniforme veiligheidsregels die de verschillen tussen beide versies duidelijk laat zien.
Iedere bank hanteert slechts één van beide versies van de Uniforme veiligheidsregels voor zijn eigen particuliere klanten. Een individuele bank kan het taalgebruik wijzigen en uitleg toevoegen, zolang er geen fundamentele afwijkingen zijn van de oorspronkelijke regels. De Uniforme veiligheidsregels van iedere bank blijven voor particuliere klanten goed herkenbaar en zijn altijd makkelijk terug te vinden.
U kunt de Uniforme veiligheidsregels hier nalezen.