In april 2025 is het vertrouwen onder industriële producenten verder gedaald. Volgens cijfers van het CBS zakte het producentenvertrouwen van -1,5 in maart naar -3,3 in april. Deze daling is vooral toe te schrijven aan minder optimisme over de verwachte productie.
Het vertrouwen in april lag onder het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar, dat op -1,3 ligt. Ter vergelijking: in oktober 2021 piekte het vertrouwen met een score van 10,4, terwijl in april 2020 het dieptepunt werd bereikt met -31,5.
Verwachtingen over bedrijvigheid verslechteren
Industriële ondernemers keken in april minder rooskleurig naar hun verwachte productie voor de komende drie maanden. Ook de beoordeling van de voorraden gereed product en de orderportefeuilles viel negatiever uit.
Toch bleef één deelindicator positief: het aantal producenten dat een toename in productie verwacht, overtrof nog steeds het aantal dat rekent op een afname.
De andere twee deelindicatoren waren minder gunstig. Minder producenten beoordeelden hun orderpositie als groot, en meer bedrijven vonden hun voorraden eindproduct groter dan gewenst voor de tijd van het jaar.
Negatief sentiment in bijna alle sectoren
In vrijwel alle industriële sectoren werd een negatief producentenvertrouwen genoteerd. De textiel-, kleding- en leerindustrie kende de grootste terugval in vertrouwen. Enkel in de overige industrie, waaronder meubelproductie en machine-installatie, bleven de producenten positief gestemd.
Bezettingsgraad industrie licht gestegen
De bezettingsgraad van machines en installaties steeg aan het begin van het tweede kwartaal van 2025 lichtjes tot 77,5 procent, tegenover 77,2 procent een kwartaal eerder. Ondanks deze kleine toename blijft het niveau relatief laag.
Industriële productie stijgt opnieuw in februari
De Nederlandse industrie produceerde in februari 2025 1 procent meer dan in februari 2024, gecorrigeerd voor kalenderinvloeden. Dit betekende de tweede maand op rij waarin de productie toenam, na een langere periode van dalingen. Vergeleken met januari 2025, en gecorrigeerd voor seizoen- en kalendereffecten, steeg de productie zelfs met 1,2 procent.
Bron: CBS
