De recente stijging van de overheidsschuld was economisch logisch, omdat daarmee de negatieve economische gevolgen van de crisis zijn gedempt. Op termijn is echter een lager schuldniveau gewenst om te voorkomen dat de Nederlandse economie in problemen komt.
Voor Nederland is zo’n prudent niveau met het huidige pakket van tekort reducerende maatregelen zonder grote additionele inspanningen te bereiken rond 2025.
Dit schrijven Jasper Lukkezen en Wim Suyker in de vandaag verschenen CPB Policy Brief ‘Naar een prudent niveau van de overheidsschuld‘
Sinds het uitbreken van de economische crisis in 2007 is de overheidsschuld gestegen van 45 procent naar 71 procent van het bruto binnenlands product (bbp). In een crisis fungeert overheidsschuld als buffer om schokken in de economie op te vangen en ligt oplopende overheidsschuld dus economisch voor de hand.
Een stijging van de schuld kan echter slechts tijdelijk zijn en is aan grenzen gebonden. Boven een bepaald niveau kan de schuld de rente opstuwen en een belemmering vormen voor de economische groei. Bij welk niveau dat gebeurt en in welke mate, is onzeker en hangt van de omstandigheden af. Voor eurolanden wordt geschat dat zulke effecten zich beginnen te manifesteren vanaf circa 80 procent à 100 procent bbp.
Om te voorkomen dat de economie door een hoge schuld in problemen komt, is het van belang om op lange termijn het schuldniveau te beperken. Zo’n prudent niveau heeft een veiligheidsmarge tot het schuldniveau dat mogelijk de groei kan schaden. Als het kabinet alle voorgenomen maatregelen uit het regeerakkoord uitvoert is voor Nederland zo’n prudent niveau vanaf 2017 zonder grote additionele inspanningen te bereiken in twee kabinetsperiodes.
Lees ook de bijbehorende achtergronddocumenten ‘De naakte feiten over de Nederlandse overheidsschuld’ en ‘Prudent debt level: a tentative calculation’
Bron: CPB