De totale werkvoorraad in de bouw is in november 2016 met een tiende maand afgenomen tot 8,1 maanden. De orders bij de burgerlijke en utiliteitsbouw bleven op hetzelfde niveau als de voorgaande maand, terwijl de orderportefeuille in de grond-, weg- en waterbouw licht is gedaald.
De werkvoorraad van de woningbouw is in november op een niveau van 9,4 maanden gebleven. De orderportefeuille van de utiliteitsbouw daalde met een tiende maand tot een niveau van 8,4 maanden. De totale orderportefeuille in de burgerlijke en utiliteitsbouw bleef hiermee gelijk op 9,0 maanden.
De werkvoorraad in de grond-, water- en wegenbouw is in oktober uitgekomen op 5,7 maanden, een daling met een tiende maand. De orderpositie in de grond- en waterbouw daalde met een tiende maand tot 6,2 maanden, terwijl de werkvoorraad in de wegenbouw met twee tiende afnam tot 5,3 maanden.
Ruim drie op de tien bouwbedrijven geeft in november aan stagnatie in onderhanden werk te ondervinden. Van deze groep ondervindt de helft van de bedrijven stagnatie als gevolg van onvoldoende orders. Ruim vijf op de tien bedrijven beoordeelt hun huidige orderpositie als normaal, terwijl meer dan een kwart van de bedrijven deze als groot beoordeelt. Ongeveer 60% van de bedrijven verwacht geen verandering van de personeelsbezetting, terwijl ruim één op de vijf bedrijven verwacht in de komende maanden personeel aan te trekken. Opvallend is dat ten opzichte van voorgaande maanden een groter aandeel van de bedrijven verwacht een kleinere personeelsbezetting te zullen hebben. Vooral bedrijven in de gww verwachten in de komende drie maanden minder personeel te hebben. Dit effect is overigens vaker aan het eind van het jaar te zien. Geen van de bedrijven verwacht een afname van de prijzen, ruim vier op de tien bedrijven verwacht zelfs de tarieven te zullen verhogen.
Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van december 2016 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.