
Het officiële inflatiecijfer is in februari opgelopen naar 3,8%. Ook onderliggend lijkt de prijsdruk voor consumenten weer verder te zijn toegenomen, nu de maand-op-maand inflatie gecorrigeerd voor gebruikelijke seizoenseffecten beduidend hoger uitviel in februari. Dit komt volgens economen van ING Research niet alleen door toegenomen kostprijzen op wereldmarkten voor voedingsproducten zoals cacao, koffie, oliën en zuivel en voor olie en gas, maar ook doordat industriële goederen duurder werden. ING Research verwacht nu voor 2025 een inflatie van 3,5%.
Stijging van het officiële inflatiecijfer vooral door industriële goederen
Het officiële inflatiecijfer steeg van 3,3% in januari naar 3,8% in februari, aldus het CBS op basis van het voorlopige cijfer van de jaar-op-jaarverandering (JoJ) van de consumentenprijsindex. Deze acceleratie van het prijspeil kwam vooral doordat industriële goederen exclusief brandstoffen en energie in februari met 1,5%JoJ steeg, na een 0,3% in januari. De toename was breed: ook voedingsmiddelen, dranken en tabak en diensten zorgden voor een versnelling van de jaar-op-jaar inflatie. De inflatie van voedingsmiddelen, dranken en tabak steeg van 7,0%JoJ in januari naar 7,5% in februari, terwijl die van diensten steeg van 4,4% in januari naar 4,6%JoJ in februari. De inflatie voor energie inclusief brandstoffen daarentegen daalde jaar-op-jaar van -1,4% in januari naar -1,9% in februari, wat vooral kwam door de relatief sterke prijsontwikkeling van februari 2024 (een zogenoemd “basiseffect” dat niks zegt over de recente ontwikkeling).
De meest recente ontwikkeling: beduidend hogere seizoensgecorrigeerde maand-op-maand inflatie
De jaar-op-jaarinflatiecijfers zoals gerapporteerd door het CBS worden niet alleen door prijsveranderingen in de afgelopen maand beïnvloed, maar ook door wat er twaalf maanden geleden gebeurde. En zoals we nu zien voor energie en brandstoffen wordt dat cijfer soms ook vertekent door relatief sterke ontwikkelingen in de maand van een jaar eerder.Om te zien wat de huidige trend in de inflatie is, biedt de maand-op-maandontwikkeling (MoM) uitkomst. Het is dan wel belangrijk om voor seizoenseffecten om te corrigeren. Zo zijn pakketreizen in de zomervakantie bijvoorbeeld bijna altijd duurder dan in de winter.
Zo is de MoM-inflatie in februari meestal een stuk hoger dan in januari. Als wij zelf een seizoenscorrectie uitvoeren komt er voor februari een maand-op-maand inflatie van zo’n 8,1% (op jaarbasis, ofwel “geannualiseerd”) uit. Nu is dit maand-op-maand een zeer volatiel cijfer en komt de stijging na een daling in januari, maar deze sprong geeft wel aan dat de meest recente inflatietrend nog niet op afzwakking wijst.
Vooral industriële goederen in februari in prijs gestegen
In de seizoenscorrrigeerde maandontwikkeling zien we de hoogste inflatie in de categorie industriële goederen exclusief brandstoffen en energie. Door gestegen gas- en olieprijzen op internationale groothandelsmarkten zien we bij de categorie energie en brandstof ook voor consumenten een flinke omslag in de prijsontwikkeling in februari in vergelijking met januari.
Ook in de overige hoofdcategorieën waarover het CBS nu informatie verstrekt zien we een sterkere seizoensgecorrigeerde prijsontwikkeling in februari dan in januari, al is dat effect een stuk milder. Daaronder vallen ook voeding en dranken, die duurde worden omdat op internationale groothandelsmarkten ruwe voedingsproducten (zoals cacao, koffie, oliën en zuivel) afgelopen maanden in prijs stegen. De diensteninflatie heeft onder meer last van aanhouden hoge loonstijgingen.
Onderliggende trend in inflatie verder gestegen
Maand-op-maand kan de inflatie dus erg volatiel zijn. Daarom kijken we voor een duiding van de trend ook naar een andere maatstaf, het zogenoemde “inflatiemomentum”. Dat is de verandering van het prijspeil van de afgelopen drie maanden t.o.v. de voorgaande drie maanden, het liefst ook gecorrigeerd voor seizoenen. Als we dat doen en we laten ook hier het eenmalige effect van belastingverlagingen buiten beschouwing, zien we dat de inflatie de knip omhoog die in januari was ingezet in februari is voortgezet. Op jaarbasis was dit inflatiecijfer in februari 3,3% op jaarbasis, duidelijk hoger dan de 2,8% van januari. Dit bevestigt het beeld dat de inflatie een lange remweg heeft.
Het meenemen van het februaricijfer verhoogt onze inflatieverwachting voor 2025 iets, naar 3,5%. Vooruitkijkend verwachten we voor 2025 dat het prijspeil vergelijkbaar toeneemt als in 2024 (3,3%). Woninghuur blijft één van de belangrijkste drijvers van de inflatie dit jaar, terwijl voeding in 2025 weer meer gaat bijdragen dan in 2024. Daarnaast is er ook de dreiging van prijsopdrijvende importtarieven. Ook voor 2026 ligt een gebruikelijke inflatie van zo’n 2% nog niet echt in het vizier, omdat dan een normalisatie van de brandstofaccijns en btw-verhoging op de rol staan.
Bron: ING