Er zijn verschillende opties in kaart gebracht om mensen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de heffing in box 3 ook rechtsherstel te bieden, ook al is dit juridisch niet verplicht. Daarbij is op verzoek van de Tweede Kamer ook gekeken naar mogelijkheden om het rechtsherstel toe te spitsen op kleinere vermogens.
Afhankelijk van de gekozen optie kan de aanvullende budgettaire impact oplopen tot €7 miljard. Het kabinet verwacht met Prinsjesdag een keuze te maken of er rechtsherstel geboden wordt aan niet-bezwaarmakers.
Na het debat met de Tweede Kamer kan daarna definitieve besluitvorming plaatsvinden. Belastingplichtigen hoeven nu nog niks te doen om in aanmerking te komen voor eventueel rechtsherstel. Dit staat in brief van staatssecretaris Van Rij die aan de Tweede Kamer wordt gestuurd. In de brief wordt ingegaan op de mogelijke vormgeving en overwegingen bij de volgende scenario’s:
- Geen rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers;
- Volledig rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers; of
- Gedeeltelijk rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers, waarbij verschillende mogelijkheden zijn uitgewerkt.
De komende tijd wordt nog onderzocht wat de gevolgen van de opties voor de uitvoering zijn. Het kabinet weegt daarbij ook of een oplossing rechtvaardig is en juridisch houdbaar.
Staatssecretaris Van Rij: “Het is juridisch niet verplicht om niet-bezwaarmakers te compenseren, omdat hun aanslag al definitief vaststaat. Toch begrijp ik ook de mensen die aangeven dat zij zich in hun rechtsgevoel gekrenkt voelen. We hebben nu de verschillende mogelijkheden onderzocht die er zijn om hen rechtsherstel te bieden. De keuze of we dat gaan doen hangt nadrukkelijk af van of dit ook uitvoerbaar is en van de budgettaire gevolgen. De huidige herstelactie vraagt al veel van de Belastingdienst. En we kunnen als kabinet het geld maar één keer uitgeven. Gelet op de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, de hoge inflatie en de impact op de koopkracht, staat het kabinet de komende maanden nog voor een grote opgave met moeilijke keuzes.”
Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de manier waarop vermogen in box 3 belast wordt in bepaalde gevallen in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De ongeveer 60.000 mensen die bezwaar hadden gemaakt over de belastingjaren 2017-2020 krijgen daardoor rechtsherstel, voor 4 augustus. Ook alle mensen waarbij de belastingaanslag nog niet vaststond komen in aanmerking voor het rechtsherstel. Op 20 mei dit jaar heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de vraag of belastingplichtigen die niet op tijd bezwaar hebben gemaakt tegen de heffing in box 3 ook rechtsherstel moeten krijgen. Omdat deze aanslagen al onherroepelijk vaststonden op het moment van het eerste arrest (24 december 2021), is het kabinet niet verplicht deze groep rechtsherstel te bieden.
Het kabinet is van plan om vanaf 2025 belasting te gaan heffen over het werkelijk rendement in box 3. Dit plan is onlangs voor het eerst besproken in de Tweede Kamer.
Bron: Rijksoverheid.nl