Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) wil de kwaliteit van het bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen versterken. Dit blijkt uit een wetsvoorstel dat vandaag voor advies naar verschillende instanties is gestuurd, zoals de Raad voor de rechtspraak.
Door het wetsvoorstel weten bestuurders en toezichthouders van verenigingen en stichtingen straks beter wat er van hen verwacht wordt, kunnen zij beter op hun prestaties worden afgerekend en wordt het eenvoudiger slecht functionerende bestuurders en toezichthouders te vervangen. Bestuurders en toezichthouders die hun werk naar eer en geweten zorgvuldig doen hebben geen last van de maatregelen.
De bewindsman kondigde het wetsvoorstel afgelopen november in een brief aan de Tweede Kamer aan. Het is van toepassing op alle verenigingen en stichtingen. Daardoor gelden de nieuwe regels niet alleen voor verenigingen en stichtingen in semi-publieke sectoren, maar bijvoorbeeld ook voor goede doelen.
De taak van bestuurders en toezichthouders bij verenigingen en stichtingen is nu nog niet helder in de wet geregeld. Bestuurders en toezichthouders die hun werk niet naar behoren doen, kunnen nog niet bij alle verenigingen en stichtingen aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is. Sommige toezichthouders stellen zich onvoldoende op als tegenwicht voor het bestuur. Zij leunen achterover in plaats van nauwlettend de vinger aan de pols te houden.
Voor NV’s en BV’s bevat de wet al wel heldere regels voor de taak van bestuurders en toezichthouders. Deze regels gaan nu ook gelden voor bestuurders en toezichthouders van verenigingen en stichtingen. Verder worden de regels gelijkgetrokken voor aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders die hun werk niet naar behoren doen, ook in geval van faillissement.
Daarnaast wordt voor verenigingen en stichtingen op dezelfde wijze als voor NV’s en BV’s geregeld dat bestuurders en toezichthouders niet mogen meebeslissen over een besluit waarbij zij een tegenstrijdig belang hebben. Dit moet voorkomen dat persoonlijk belang uitstijgt boven het belang van de rechtspersoon.
Stichtingen hebben geen leden of aandeelhouders die het bestuur en de toezichthouders in de gaten kunnen houden. Nieuw is dat de minister de gronden verruimt voor ontslag van bestuurders en toezichthouders. Voortaan kunnen zij op verzoek van het openbaar ministerie of belanghebbenden worden ontslagen als zij het belang van de stichting ernstig schaden.
Bron: Rijksoverheid.nl