Het aantal particuliere huishoudens in Nederland met een vermogen van 1 miljoen euro of meer is tussen 2017 en 2018 gestegen van 180,9 duizend naar 207,4 duizend. Hiermee was 2,7 procent van alle huishoudens in 2018 miljonair. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over vermogens. De waarde van de eigen woning en de eventuele hypotheekschuld zijn meegerekend in het vermogen.
Tussen 2015 en 2018 is het aantal miljonairs gestaag gegroeid. Ook tussen 2006 en 2008 was dat het geval, maar daarna nam het aantal miljonairs tot 2014 vrijwel jaarlijks af, mede als gevolg van dalende huizenprijzen en beurskoersen. Vanaf 2014 stijgt het aantal miljonairs weer. Het aantal miljonairs lag in 2016 op het niveau van 2008 en was in 2018 een kwart hoger dan in 2008.
Een miljoen euro in 2018 had wel een andere waarde dan in 2008. Wordt er rekening gehouden met de prijsontwikkeling, dan waren er in 2018 nog iets minder miljonairs dan in 2008.
Miljonairs hebben 21 keer zoveel vermogen als niet-miljonairs
Miljonairshuishoudens hadden in 2018 gemiddeld ruim 2,5 miljoen euro aan vermogen, tegenover een vermogen van 119 duizend euro van niet-miljonairs. Het vermogen van miljonairs is hiermee gemiddeld 21 keer zo hoog als dat van niet-miljonairs.
Van de 207 duizend miljonairs in 2018 had twee derde een vermogen tussen 1 en 2 miljoen euro. Rond 16 procent van de miljonairs had een vermogen tussen 2 en 3 miljoen euro. Ruim 2 procent had een vermogen van 10 miljoen euro of meer. Het gaat daarbij om 4,5 duizend huishoudens.
Aanmerkelijk belang en ondernemingsvermogen grootste bezit
In 2018 bestond 37 procent van de bezittingen van miljonairs uit aanmerkelijk belang en ondernemingsvermogen; 22 procent bestond uit de waarde van de eigen woning. Bij niet-miljonairs vormde de waarde van de eigen woning 72 procent van de bezittingen tegen 3,4 procent aanmerkelijk belang en ondernemingsvermogen. Naarmate het vermogen van miljonairshuishoudens groter is, neemt het relatieve aandeel van het aanmerkelijk belang en ondernemingsvermogen in het totale bezit toe en het aandeel van de eigen woning af.
Miljonairs hebben relatief minder schulden dan niet-miljonairs: 13 procent tegen 46 procent (schuld als percentage van het bezit). Bij de niet-miljonairs bestaat 89 procent van de schulden uit hypotheekschuld voor de eigen woning. Bij miljonairs is dat iets minder dan de helft.
Miljonairs hebben vaker inkomen uit eigen onderneming en uit vermogen
Miljonairs zijn vaker als zelfstandige actief dan niet-miljonairs: 40 procent had vooral inkomen als zelfstandige tegen 8 procent van de niet-miljonairs. Voor 11 procent van de miljonairshuishoudens was het vermogen de belangrijkste inkomensbron. Het gaat dan veelal om dividenden en inkomsten uit onroerend goed. Bij niet-miljonairs kwam inkomen uit vermogen relatief weinig voor (0,4 procent).
Van de niet-miljonairshuishoudens was 11 procent hoofdzakelijk afhankelijk van sociale zekerheid en sociale voorzieningen. Rond 1 procent van de miljonairs had als voornaamste inkomensbron een sociale zekerheidsuitkering. Het gaat daarbij meestal om werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.
Het besteedbaar jaarinkomen van miljonairshuishoudens lag gemiddeld 2,5 maal hoger dan dat van niet-miljonairs: 100 duizend euro tegenover 40 duizend euro.
Veel miljonairs in Bloemendaal, weinig in Kerkrade
In Noord-Holland woonden in 2018 relatief de meeste miljonairshuishoudens (3,5 procent). Daar liggen ook de top-drie-gemeenten met het hoogste aandeel miljonairs: Bloemendaal (22 procent), Laren (20 procent) en Blaricum (17 procent). Noord-Holland wordt gevolgd door Utrecht en Zeeland, waar ook meer dan 3 procent miljonairs wonen. Onderaan de lijst staan Flevoland, Groningen en Limburg met minder dan 2 procent miljonairs. In de Limburgse gemeenten Kerkrade, Brunssum en Landgraaf woonden naar verhouding de minste miljonairshuishoudens.
Bron: CBS