De NEVI PMI® steeg in augustus naar 59.7. Dit is het hoogste cijfer sinds februari 2011 en het op twee na hoogste sinds het begin van dit onderzoek zeventien jaar geleden. Hiermee komt de huidige periode van groei bovendien op vijftig maanden.
De productie nam fors toe, en wel in de grootste mate sinds mei 2000. Het aantal nieuwe orders steeg in de grootste mate sinds december 2013. Om aan de hogere productievereisten te voldoen, nam de werkgelegenheid opnieuw toe.
De levertijden waren opnieuw langer en namen deze maand toe in de sterkste mate in zevenenzeventig maanden. Bij de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk was de stijging de grootste in meer dan drie en een half jaar.
Voor het eerst in zes maanden was er sprake van een hogere inkoopprijsinflatie. De verkoopprijsinflatie was daarentegen minder hoog. Tot slot bleef de stemming voor de toekomstige productieomvang sterk positief.
Productie niet gereed index
De seizoensmatig aangepaste Productie niet gereed index kwam in augustus uit boven de geen-veranderingsgrens van 50.0. Dit wijst op een toename van de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk in de Nederlandse productiesector, na een daling in de vorige onderzoeksperiode. De toename van de achterstanden was bovendien de grootste in vierenveertig maanden.
Verkoopprijs index
De verkoopprijsinflatie was in augustus minder groot dan de maand ervoor, maar bleef fors. Hiermee komt de huidige periode van hogere verkoopprijzen bij de Nederlandse productiebedrijven op elf maanden. Van de drie onderzochte categorieën, maakten de producenten van consumptiegoederen in augustus melding van de grootste stijging.
Inkoopprijs index
De laatste onderzoeksgegevens wijzen op een sterke stijging van de inkoopprijzen in de Nederlandse industrie in augustus. Deze toename van de gemiddelde kostendruk was bovendien de grootste in drie maanden. Ongeveer een kwart van de respondenten maakte melding van hogere inkoopprijzen, tegenover slechts 6% die een daling noteerde.
Redactioneel commentaar prof dr Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven
Inmiddels zal de ontwikkeling van de euro ten opzichte van de dollar weinigen zijn ontgaan: een sterkere euro heeft gevolgen voor de export, die vaak in dollars wordt betaald. Beurzen reageren hierop. Ondanks het positieve economische sentiment in de Eurozone (sentiments index Eurozone registreerde in augustus een waarde van 111,9; op het niveau van voor de kredietcrisis), laten de meeste aandelen beurzen de laatste dagen rode cijfers zien. Loopt het echt zo’n vaart? Heeft de export van de Nederlandse industrie hiervan al echt te lijden? Je zou het aan de laatste cijfers van de NEVI Inkoopmanagers Index (NEVI PMI) niet zeggen. Integendeel! Deze index registreerde over augustus een waarde van 59,7. Ongekend hoog: we moeten voor een dergelijke waarde bijna 7 jaar teruggaan in de tijd (een NEVI PMI > 50 wijst op groei van de bedrijfsactiviteiten; een PMI < 50 op afname). De produktie index kwam uit op 60.0.
Oorzaken: de sterke gestegen export volumes maar ook de sterke binnenlandse vraag (58.6 resp. 60.0). De Nederlandse industrie blijkt buitengewoon concurrerend en prijstechnisch scherp te manoeuvreren gezien de beperkte verkoopprijsinflatie. Deze index registreerde 53.5. Zet daarnaast de inkoopprijsinflatie index die 59.5 registreerde en dan blijkt dat niet alle kostenverhogingen aan klanten worden doorberekend. Dit lijkt een van de oorzaken van de ongekend lange economische groeiperiode: al bijna 5 jaar lang. Hoe verhouden deze cijfers zich tot andere landen? De PMI Duitsland registreerde 59,4, PMI USA zakte van 53.3 naar 52.5, en PMI China kwam uit op 51.7. En de PMI voor de Eurozone? Deze scoorde in juli 56.5. Gaat deze waarde worden overtroffen. Over enkele dagen weten we het. De conclusie is dat de NL industrie nog steeds de wind vol in de zeilen heeft. En de werkgelegenheid ook! Grootste zorgpunt is en blijft: kan men op tijd uitleveren want leveranciers kunnen het werk niet aan. Ik kan niet anders dan mijn rapportcijfer verhogen: van een 8.1 naar een 8.3.
Bron: Nevi