De effecten van financiële crises werken langer door dan de gevolgen van een ‘normale' recessie. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de aantasting van de vermogenspositie van banken en van de kredietwaardigheid van bedrijven en gezinnen. Daarnaast genereren financiële crises grote onzekerheid over de economische groei waardoor de bestedingen van bedrijven en gezinnen extra onder druk staan. Tot die conclusie komen de CPB-onderzoekers Peter Broer en Jürgen Antony in hun vandaag verschenen literatuurstudie Linkages between the Financial and the Real Sector of the Economy.

De eigen vermogenspositie van banken is essentieel voor het dragen van risico. Uit empirisch onderzoek blijkt dat banken die een substantieel vermogensverlies hebben geleden, minder risicodragende leningen verschaffen en voor die leningen ook hogere kosten in rekening brengen. Uit modelsimulatiestudies blijkt bovendien dat als de hele bankensector door een dergelijk vermogensverlies wordt getroffen, het vijf tot tien jaar kan duren voordat de economische groei is hersteld.

De kredietverlening aan bedrijven stokt na een financiële crisis omdat de kredietwaardigheid van bedrijven wordt aangetast. Bedrijven kunnen moeilijk aan geld komen om nieuwe projecten te financieren, óók als die projecten winstgevend zijn. Hierdoor neemt de marktwaarde van deze bedrijven af, waardoor de kredietwaardigheid verder afneemt. Dit leidt tot een neerwaartse spiraal die de duur van de recessie verlengt.

Op het dieptepunt van een financiële crisis is zelfs de liquiditeitsvoorziening aan bedrijven in gevaar. Bedrijven kunnen dan niet meer aan handelskredieten en kredietverzekeringen komen, ook al zijn ze kredietwaardig. Dit lijkt één van de oorzaken te zijn voor het instorten van de wereldhandel in het laatste kwartaal van 2008. Het empirische bewijsmateriaal is echter vooralsnog niet toereikend om andere oorzaken te kunnen uitsluiten.

Grote onzekerheid over de economische vooruitzichten leidt tot verminderde bestedingen door zowel bedrijven als gezinnen. Bedrijven stellen bijvoorbeeld investeringsprojecten uit. Uit empirisch onderzoek blijkt dat een toename van de afzet van bedrijven, bijvoorbeeld door extra overheidsbestedingen, onder deze omstandigheden minder effect heeft op de investeringen dan in een situatie van stabiele groei.

Uit empirisch onderzoek blijkt verder dat gezinnen reageren op de extra inkomensonzekerheid door een grotere buffer aan besparingen op te bouwen, vooral door minder uit te geven aan duurzame consumptiegoederen. Ook voor gezinnen heeft vraagstimulering door middel van extra overheidsbestedingen in deze situatie minder effect op de consumptie. De studie besteedt echter geen aandacht aan de argumenten vóór of tegen extra overheidsbestedingen in een financiële crisis.

De studie Linkages between the Financial and the Real Sector of the Economy is verschenen als CPB Document 216 en is gratis te downloaden van www.cpb.nl.

Bron: CENTRAAL PLANBUREAU