Om files te bestrijden, wil het kabinet de komende jaren 800 kilometer aan rijstroken aanleggen. Belangrijke economische centra zoals Schiphol, de Rotterdamse mainport, Zuidoost Brabant en de agrarische Greenports moeten goed bereikbaar blijven. Zonder transport staat alles stil.
Voorheen boekte de overheid investeringen in infrastructuur meestal meteen als uitgaven. Nu de bodem van de staatskas in zicht is zoekt de overheid creatieve mogelijkheden om toch nog geld te kunnen steken in de aanleg van wegen.
Zo is de financiering voor de verbreding van de A1 en de A6 tussen Amsterdam en Almere nu ook rond gekomen. Acht buitenlandse banken en de Europese Investeringsbank financieren het project met 1 miljard, maakten de bouwbedrijven die de werkzaamheden gaan uitvoeren vorige week bekend.
ABP
APG, vermogensbeheerder van onder meer ambtenarenpensioenfonds ABP, wil de komende jaren drie miljard euro extra investeren in buitenlandse tolwegen, bruggen en windmolenparken. Naast in aandeeltje Facebook en derivaten investeerde het pensioenfonds ABP vorig jaar ook al 80 miljoen euro in de verbreding van de N33 tussen Assen en Zuidbroek. Het pensioenfonds heeft dit al eerder gedaan bij Franse snelwegen en bij het wegennet in het Verenigd Koninkrijk.
Het was voor het eerst dat een Nederlands pensioenfonds op deze manier geld steekt in de Nederlandse infrastructuur. In het buitenland gebeurt dat vaker, maar de Nederlandse fondsen zijn terecht huiverig voor dit soort projecten. Zijn er echte geen betere investeringen in Nederland die bijdragen aan de ontwikkeling van een sterke lokale economie?
Als het aan het CDA ligt, gaan de pensioenfondsen een stuk meer investeren in eigen land. Kamerlid Pieter Omtzigt zegt op BNR: “Nederlandse pensioenfondsen investeerden voor de euro meer dan de helft van hun vermogen in Nederland en nu is dat tussen de 10 en 15 procent. Wij vinden dat er in Nederland voldoende investeringsmogelijkheden zijn in huizen, wegen en andere zaken.” Investeren we straks niet in onnodig asfalt bij een dalende mobiliteit?
Design
In het verleden werden de investeringen in infrastructuur meteen als uitgaven geboekt, nu niet meer. De financiering van infrastructuur vindt plaats op basis van Design-Build-Finance-Maintain-Operate (DBFMO).
Bij deze aanbesteding worden niet alleen alle bouwfasen en het onderhoud, maar ook de financiering voor 20 tot 30 jaar overgedragen aan een private partij waarbij onder meer aannemers en banken de financiering verzorgen. Klinkt als een creatieve oplossing. Of, is er ook een ‘bijsluiter’ over de bijwerkingen op langere termijn?
Vestzak-broekzak
Schuif je met deze publiek-private samenwerkingconstructie niet stiekem de kosten van infrastructuur vandaag door naar volgende generaties die nog tientallen jaren vast zitten aan de financieringskosten en afschrijvingen?
Het is de vestzak van de huidige gebruikers en de broekzak van de komende generaties. Pensioenfondsen zijn alleen geïnteresseerd als er een hoog rendement is en er niet te veel risico’s zijn.
Dure staatslening
Met de hoge rente die de banken en pensioenfondsen vragen is deze constructie gewoon een hele dure staatslening met een open einde voor volgende generaties. De gerichte investeringen die de overheid nu doet in infrastructuur die de Nederlandse industrie en handel is goed.
Maar, vergeet niet dat geld lenen geld kost. Kunnen we dat straks, over 10 of 20 jaar, uitleggen aan de volgende generatie die de rekening moet betalen van de investeringen vandaag?
Bron: www.delaatstemeter.com