Dit blijkt uit het rapport Lees:Tijd, een onderzoek naar het leesgedrag van Nederlanders (PDF, 144 pagina’s).
Het afgelopen decennium liep het lezen in de vrije tijd verder terug. In 2006 las 90% van de Nederlanders minstens 10 minuten in de week; in 2016 was dit 72%. Lezen van papier geniet de voorkeur boven het lezen van schermen. Van de 50 minuten die Nederlanders gemiddeld op een dag in 2015 lezen is het grootste deel van papier (31 minuten). Vrouwen, ouderen en laagopgeleiden houden het meeste vast aan papierlezen. Dit blijkt uit het rapport Lees:Tijd Lezen in Nederland van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), waarin voor verschillende jaren dagboekgegevens van in totaal meer dan 11.000 Nederlanders zijn geanalyseerd. De studie beschrijft de stand van het lezen in Nederland: Hoeveel, wat, hoe en wanneer Nederlanders lezen. Ook belicht het de ontwikkelingen in het lezen in de afgelopen 10 jaar en de verschillen tussen bevolkingsgroepen.
Sterke daling in lezen onder tieners, jongvolwassenen en laagopgeleiden
13-19-jarigen (tieners) en 20-34-jarigen (jongvolwassenen) lezen* minder dan mensen die ouder zijn. Dit verschil is sinds 2006 groter geworden. Van de 65-plussers las in het afgelopen decennium steevast meer dan 90% in een week, terwijl het percentage lezers onder de andere leeftijdsgroepen daalde. De daling in lezers tussen 2006 en 2016 was het sterkst onder jongvolwassenen (van 87% naar 49%) en onder tieners (van 65% naar 40%). Het percentage lezers onder laagopgeleiden daalde sterker dan onder hoogopgeleiden. In 2016 geldt dan ook: hoe hoger het opleidingsniveau, des te hoger het aandeel lezers.
Tijdsdruk beperkt het lezen maar verklaart niet de sociale verschillen
Tijdsdruk heeft invloed op wie leest en wie niet. Degenen die meer tijd aan werken en leren besteden behoren vaker tot de groep die niet leest in de vrije tijd. Tijdsdruk verklaart niet de verschillen in het lezen tussen jongeren en ouderen en laag- en hoogopgeleiden. Als jongeren eenmaal lezen doen zij in tijdsbesteding nauwelijks onder voor de oudere lezers. Mannen behoren vaker tot de niet-lezers dan vrouwen, wat mede wordt verklaard door verschillen in tijdsdruk. Overigens besteden mannen, als ze lezen, hier meer tijd aan dan vrouwen.
Scherm geen vervanging, maar aanvulling op papier
Ondanks de grote beschikbaarheid aan schermen en een groot digitaal leesaanbod, lezen Nederlanders het vaakst van papier. Van de 50 minuten die zij gemiddeld op een dag in 2015 lezen, lezen ze 31 minuten van papier. De leestijd van papier is wel iets teruggelopen: in 2013 bedroeg deze nog 36 minuten. Papier domineert nog het meeste bij het lezen van tijdschriften, gevolgd door kranten en boeken. Het populairste scherm voor lezen is de computer (pc en laptop), gevolgd door tablet, smartphone en e-reader. Vanaf 2012 groeide het percentage lezers van e-books, maar deze groei kwam na 2014 nagenoeg tot stilstand.
Meer schermlezen door voorlopers op technologisch gebied
Van de lezers combineert een groot deel in een week het lezen van papier met het lezen van scherm (49%). Daarnaast is er een deel dat alleen van papier leest (30%) en een deel dat alleen van schermen leest (21%). Schermlezen wordt het meeste omarmd door jongere leeftijdsgroepen en middelbaar- en hoogopgeleiden. Verder kenmerken de schermlezers zich (ongeacht leeftijd en opleidingsniveau) door relatief veel affiniteit met technologie en goede digitale vaardigheden. Mensen die over het algemeen vooroplopen in de aanschaf en het gebruik van nieuwe technologie lezen twee keer zo vaak alleen van schermen (32%) dan mensen die nieuwe technologie altijd als een van de laatsten gebruiken (16%).
Schermlezen wordt vaak gecombineerd met andere media-activiteiten
Van de 50 minuten die er in 2015 op een dag door Nederlanders werden gelezen waren zij 18 minuten alleen bezig met lezen zonder gelijktijdig iets anders te doen, zoals eten of reizen. Met het lezen in combinatie met andere dagelijkse bezigheden (multitasking) was 13 minuten gemoeid en het lezen gecombineerd met andere media-activiteiten (mediamultitasking) bedroeg bijna 20 minuten. Schermlezen wordt vaker dan papierlezen gecombineerd met ander mediagebruik: 45% van de tijd dat mensen van scherm lezen gebruiken ze gelijktijdig ook andere media. Bij papierlezen is dit 33% van de tijd.
Dit zijn enkele conclusies uit Lees:Tijd Lezen in Nederland, een onderzoek** van het SCP dat tot stand is gekomen op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en uitgevoerd met steun van de Stichting Lezen, de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB), KVB Boekwerk en de Koninklijke Bibliotheek (KB).
*Hieronder valt het van papier of scherm lezen van boeken, kranten, tijdschriften, huis-aan-huisbladen en folders, evenals het lezen van teletekst, nieuwssites/-apps en andere online informatie.
**De gegevens zijn afkomstig van de laatste drie metingen (2006, 2011, 2016) van het langlopende Tijdsbestedingsonderzoek (TBO) van het SCP en het CBS en van de twee metingen (2013 en 2015) van het Media:Tijd-onderzoek van het SCP en onderzoeksorganisaties op het gebied van mediabereik (SKO, NOM, NLO en BRO).