Het ondernemersvertrouwen is licht gestegen en komt aan het begin van het eerste kwartaal van 2024 uit op -7,7. Vooral in de overige dienstverlening en bouwnijverheid verbeterde het sentiment. Een tekort aan arbeidskrachten noemen ondernemers het vaakst als de belangrijkste belemmering in de bedrijfsvoering, maar ook onvoldoende vraag komt steeds vaker voor. Dit melden het CBS, KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), MKB-Nederland en VNO-NCW op basis van de Conjunctuurenquête Nederland.De gegevens voor dit onderzoek zijn in januari verzameld.
Vanaf eind 2021 tot eind 2022 daalde het ondernemersvertrouwen sterk. In 2023 herstelde het cijfer zich voorzichtig. Aan het begin van het eerste kwartaal van 2024 is de stemmingsindicator licht gestegen maar blijft – sinds begin 2022 – negatief. Het ondernemersvertrouwen ligt op dit moment onder het gemiddelde (-4,0) van de reeks vanaf 2012.
Ondernemers in meeste bedrijfstakken negatief gestemd
In bijna alle bedrijfstakken is het ondernemersvertrouwen negatief. Alleen ondernemers in de informatie en communicatie en de zakelijke dienstverlening zijn licht positief gestemd. Bij zes van de veertien bedrijfstakken is het vertrouwen gestegen, het meest binnen de overige dienstverlening en de bouwnijverheid. In de autohandel en –reparatie en de vervoer en opslag is het ondernemersvertrouwen wederom gedaald. De stemming daalde het sterkst bij de delfstoffenwinning, hier is het vertrouwen ook het laagst van alle bedrijfstakken.
Belangrijkste belemmeringen voor ondernemers
Voor het zevende kwartaal op rij is het aandeel ondernemers dat onvoldoende vraag als voornaamste belemmering in de bedrijfsvoering ervaart, gestegen. Dit komt uit op ruim 20 procent. Het tekort aan arbeidskrachten is met iets meer dan 35 procent nog steeds de meest genoemde belemmering, maar dit percentage neemt de laatste kwartalen wel langzaam iets af. Een tekort aan productiemiddelen wordt sinds halverwege 2022 steeds minder als voornaamste belemmering genoemd, nu nog door 7 procent. Bijna 34 procent van de ondernemers geeft aan geen belemmeringen te ervaren.
Ondernemers minder negatief over ontwikkeling winstgevendheid
Ongeveer evenveel ondernemers zagen winstgevendheid in het afgelopen kwartaal verbeteren als verslechteren; per saldo is de stemming hiermee neutraal. Een jaar eerder gaf per saldo iets meer dan 5 procent nog een verslechtering aan van de winstgevendheid. Binnen de verhuur en handel van onroerend goed verbeterde de stemming over de winstgevendheid het sterkst. Het saldo steeg daar van bijna -15 procent naar iets meer dan 7 procent. Ook bij de bouwnijverheid en zakelijke dienstverlening – nu de meest positieve bedrijfstak – is de stemming van overwegend negatief naar positief veranderd. Binnen onder andere de autohandel en -reparatie en de vervoer en opslag daalde het sentiment juist. Het meest negatief over de ontwikkeling van de winstgevendheid zijn ondernemers in de landbouw, bosbouw en visserij.
Investeringsverwachtingen voor 2024 minder positief
Ook over de investeringsverwachtingen voor het lopende jaar zijn ondernemers per saldo nagenoeg neutraal gestemd. Een jaar geleden werd met een saldo van iets meer dan 3 procent nog een toename van de investeringen verwacht. Binnen de informatie en communicatie en de autohandel en -reparatie zijn de investeringsverwachtingen het meest gedaald en verwachten ondernemers minder te investeren dan vorig jaar. Datzelfde geldt voor de horeca en de groothandel en handelsbemiddeling. Alleen binnen de detailhandel zijn de verwachtingen per saldo positief, terwijl deze een jaar eerder nog negatief waren. Ondernemers binnen de verhuur en handel van onroerend goed zijn het meest positief over de investeringen. Binnen de landbouw, bosbouw en visserij zijn ondernemers het meest negatief.
Bron: CBS